1 |
|
“...invloed
van het volk op de regeering, hetgeen zij bereikt heeft door de
uitbreiding van het kiesstelsel, die dan ook een der belangrijkste
voordeelen is, welke de gewijzigde grondwet aanbiedt. Inzonderheid
de rechtstreeksche verkiezingen zouden naar het oordeel der com-
missie het middel moeten zijn, om het politieke leven der natie
op te wekken. Volgens haar zoude daardoor de band versterkt
worden tusschen den kiezer en den afgevaardigde.
Is de verwachting der commissie bewaarheid ? Heeft het poli-
tieke leven, de belangstelling in de algemeene zaak, in kracht ge-
wonnen ? Deze vraag is niet moeilijk te beantwoorden. Vergelijkt
men in dit opzicht het heden met het verleden, dan valt zonder
twijfel vooruitgang op te merken. Terwijl hier te lande van oudsher
in het algemeen de gewoonte heerschte om de zorg voor het alge-
meen belang over te laten aan de eenmaal bestaande gewestelijke
en stedelijke besturen, had het stelsel, hetwelk sinds 1814 bestond,
2...”
|
|
2 |
|
“...komsten welke in de openbare lucht gehouden worden, de ver-
. gunning noodig van het hoofd van het gemeentebestuur. Doch
I de Commissaris des Konings in de provincie heeft de bevoegd-
heid die vergunning in te trekken, of wanneer zij door den bur-
I.gemeester geweigerd is. te verleenen. Het is echter verboden, in
W™' bijeenkomsten, alsmede in al de zoodanige, waartoe het
publiek toegang heeft, wapenen te dragen; op militairen in uni-
|jform is die bepaling niet van toepassing. Eindelijk heeft de poli-
| tie tot alle openbare bijeenkomsten toegang, terwijl zij die bevoegd-
heid niet heeft in geslotene en voor het publiek niet toegankelijke
^vergaderingen, dan met inachtneming van de vormen en in de ge-
vallen, bij de wet voorgeschreven.
§ 3. Burgerschapsrechten.
I Terwijl de staatkundige rechten over het algemeen aan al de
ingezetenen toekomen, onverschillig of zij al dan niet geboren
(Nederlanders zijn, kunnen de burgerschapsrechten alleen door
[ Nederlanders uitgeoefend worden l). Men pleegt...”
|
|
3 |
|
“...op pensioen;
de stiaf op het laatstgenoemde misdrijf is verbanning vanéén tot
e jaren o gevangenis van éen tot zes maanden; de vervallen-
ver arrng van waardigheden en van aanspraak op pensioen kan
tevens worden uitgesproken. Is het laatste misdrijf slechte het
gevolg van verzuim zonder opzet, dan is alleen de straf van ver-
Jeaiijkn>7 S VaD ambteU 611 waard’S^eden daarop toepas-
Voor het overige behelst de wet waarborgen, dat eene vervol-
gmg op bevel der Tweede Kamer niet het gevolg zij van poli-
eken hartstocht. Geene aanklacht van dien aard kan in d^af-
eemgen er Stafen-Generaal in overweging genomen worden,
dan wanneer zij gedaan is door vijf leden, schriftelijk en met op-
gave der feiten; zij wordt binnen 24 uren ter kennis gebracht
van den minister. Wanneer de Kamer besloten heeft, haar in
overweging te nemen, wordt zij gesteld in handen eener commissie
ie zich belast met het hoeren van getuigen - op de wijze als’
bij eene enquête plaate vindt - en met het verzamelen van alles,
wat...”
|
|
4 |
|
“...350
»Vóor 1795 vormden in ons land alleen de steden eigenlijke
gemeenten. Het platteland, de dorpen, bezaten geenerlei staats-
rechtelijke bevoegdheid” *).
Bij de Staatsregeling van 1798 werd de zelfstandigheid der ste-
delijke besturen vernietigd; bovendien verdween het verschil tus-
schen steden en plattelandsgemeenten; allen werden op dezelfde
lijn geplaatst, en Amsterdam, dat eertijds nu en dan den poli-
tieken toestand van al de Nederlandsche gewesten had beheerscht,
stond met het geringste dorpje gelijk. Al de gemeenten werden
administratieve lichamen, die ondergeschikt en verantwoordelijk
waren aan het uitvoerend bewind * 2). De Staatsregeling van 1801
maakte weder onderscheid tusschen steden en dorpen, terwijl ook
nog van districten gesproken werd. Verder werd aan de gemeen-
ten weder de vrije beschikking over hare huishoudelijke belangen
gegeven, waarvoor zij zelven de benoodigde verordeningen kon-
den vaststellen 3). De Constitutie van 1806 schreef voor, dat de
bevoegdheid der...”
|
|