1 |
 |
“...vermelden wij hier de verplichting tot inkwartie-
png van het krijgsvolk gedurende zijne marschen, en tot het over-
' brengen van levens- en krijgsbehoeften van het leger 4 *). Onder
de vorige Grondwet was het een groot punt van geschil, of men
Waaraan gehouden was. Thans is die verplichting buiten twijfel ;
Fe Staat komt echter de ingezetenen tegemoet. Men ontvangt
schadeloosstelling voor huisvesting en voeding van het krijgsvolk,
|erwijl ook de transporten en leverantiën vergoed worden. Tijden,
pan oorlog kunnen hierop eene uitzondering maken 6).
■ ’) Art- ^87 le hd. »Al de kosten, voor de legers van het Rijk worden
'uit ’s lands kas voldaan
lp Art. 177. nHet dragen der wapenen tot handhaving der onaf-
hankelijkheid van den Staat en tot beveiliging van zijn grondgebied,blij ft
ten der eerste plichten van alle ingezetenen.”
I *) Zie Ille Boek, Hoofdstuk III.
lp Art' 187 2e lld- >)I)e inkwartiering en het onderhoud van het krijgt
f0lk’ de transporten en leverantiën, van welken aard Ook, voor...”
|
|
2 |
 |
“... der gezondheid hebben o. a. betrekking-
I De wet van 10 April 1869 (Stbl. n». 65) betrekkelijk het begravende
’begrafenissen, enz.
I 4 De°' 1872 (StW n°- 134>> ongevuld door de wetten van
F Dec‘ 1874 (StbL n“ 188) en van 28 Maart 1877 (Stbl. n°. 36) ter we-
bring van besmettelijke ziekten, en de daarop betrekkelijke Kon. Besl.
pan 28 Febr. 1873 (Stbl n°. 35) en van 14 April 1875 (Stbl n°. 69).
| De wet van 5 Juni (Stbl. n°. 110) tegen de hondsdolheid.
[ ^ot nu toe wordt het inmengen van vergiftige en andere schadelijke
; zelfstandigheden in eet- en drinkwaren tegengegaan door de wet van
}19 Mei 1829 (Stbl. n°. 35) welke wet dient tot aanvulling van art. 318
pan den Code Pénal. Eene volledige regeling van dit onderwerp is thans op-
jgenomen in het nieuwe wetboek van strafrecht, artt. 174 en 175....”
|
|
3 |
 |
“...ontvangen eene bezoldiging van het Nederlandsch gouver-
| nement, die naar gelang van de belangrijkheid van het regent-
I schap verschilt 3). Sommigen bezaten ook vroeger landerijen (apa-
V nages of ambtelijk landbezit), die hun van gouvernementswege
I werden toegekend, om met de opbrengst daarvan hun inkomen te
I ofTerderen' Bij ordonnantie van den Gouverneur-Generaal van
S 26 Sept. 1867 (Ind. Stbl. n°. 122) is dit ambtehjk landbezit af-
geschaft. Tevens werden daarbij de persoonlijke diensten (pan-
tjèndiensten) en de leveringen, door de bevolking aan de hoofden
te verstrekken, beperkt, en straf bedreigd tegen knevelarij %
Op grond van art. 57 reg.-regl. dat herziening voorschrijft van
|de verordeningen, persoonlijke diensten betreffende, eens in 5 j aren
|is op enkele punten de bestaande regeling eenige malen £ewij-
|) Art. 69, 4de lid, ibid.
2) Dr. J. j. DE HOLLANDER, Handleiding bij de beoefening der land-
en volkenkunde van Nederl. Oost-Indië, (2de uitgave) Deel I. 323.
3) Zie ordonn...”
|
|