Your search within this document for 'nota' resulted in two matching pages.
1

“...ingen ondergaat het wetsontwerp het eerste onder- zoek. Is dit afgeloopen, dan wordt, volgens het huishoudelijk regle- ment der Kamer, door de commissie van rapporteurs een verslag of een voorloopig verslag, naar gelang van de belangrijkheid van het ontwerp, uitgebraeht, waarin de verschillende gevoelens, die bij de behandeling van het ontwerp zijn geopperd, zooveel moge- lijk uitgedrukt worden. Elk lid heeft de bevoegdheid, in eene bij- zondere nota of memorie, zijn gevoelen nader te ontwikkelen, of wijzigingen in het ontwerp voor te stellen, welke nota of memorie bij het verslag gevoegd wordt. De commissie van rapporteurs heeft de bevoegdheid met den minister, tot wiens departement het wets- ontwerp behoort, in overleg te treden, zoo mondeling als schrifte- lijk. Zij kunnen dan hun eigen zelfstandig oordeel ontwikkelen, en bereiden dus de beraadslaging voor. De minister heeft de be- voegdheid eene memorie van beantwoording in te zenden. Een goed uitgewerkt verslag heeft veel waarde èn voor...”
2

“...de wetsontwerpen werd door de commissie van rapporteurs een voorl. verslag uitgebracht den 13 Juni 1848 (ibid. blz. 436, volg.), enna de wijzigingen der regeering bij de mem. van beantwoording (ibid. blz. 521, volg.) een algemeen- of eindverslag) gedagt. 8 Aug. 1848 (ibid. blz. 592 volg). De rapporteurs waren de HH. Mr. a. j. duymaer van twist, Mr. J. OORVER HOOFT, Jhl\ Mr. 1. E. VAN PANHUUS, Mr. J. K. VAN GOLT- Stein, Mr. g. w. verwey mejan. Na het eindverslag diende de regeering eene nadere nota van wijzigingen in (ibid. blz. 616). In de Eerste Kamer staakten op den 7 Sept. de stemmen over het Ille hoofdst. (van de Staten-Generaal). Een uur later werd de vergade- ring heropend. De heer a. w. van rrienen van de groote lindt, een der tegenstemmers, stemde toen voor, zoodat het hoofdstuk met 14 tegen 12 stemmen werd aangenomen. De discussie zoo in de Tweede als in de Eerste Kamer vindt men in het lie deel der meergenoemde Handelingen. Het voorl. versl. der dubbele Tweede Kamer vindt men...”