1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/41/00001/NL-0200050000_UBL10_00061_0527thm.jpg) |
“...107.
t< Meiveld. 2.
^ Memoriepost. 199, 429.
Memorie van toelichting. 182.
I Middelbaar onderwijs. 262
I 264 v , 270.
Middelen. Wet op de — 199 v.
' Mijnen. 223, 341, 380, 382, 390.
; Militaire afdeelingen. 248. —
I in Ned.-Indië. 455.
1 Militaire academie. 248, 502.
Militaire geneeskundigen.
I 249, 502.
■■ Militaire rechtspleging. 236.
k — in Ned.-Indië. 455.
Militaire spoorwegcommis-
s jtè. 305.
[' Militie. 96, 242 v.
Militie-commissaris. 247.
Militieraad. 247, 347.
Ministerieele crisis. 116.
Mini sterieele departementen.
. 112 v.
I Ministerieele verantwoorde-
lijkheid. 4, 8, 9, 18, 81, 82 v.
96, 116, 119-122, 175.176,181,
191, 401.
Minister-president. 117.
Ministerraad. 117 v., 399, 407.
Ministers. 112 v. 123, 162.
Misdaden. Verplichting tot het
aangeven van — 60.
Monarchie. Absolute — 2. —
Constitutioneele — 4. Zie voorts-
Koning.
Motiën van orde. 176.
Munt. Recht van de — 100.
Muntcollege. 226.
Muntstelsel in Indië. 429.
Muntwezen. 100, 224—226.
Naasting. Recht van — 306.
Nassau. Huis...”
|
|