1 |
 |
“...(Staatsblad no. 10) werd bepaald, dat een al-
gemeen collegie van toezicht, voor de eerste maal door de regee-
ring benoemd, gedurende drie jaren dat toezicht uitoefenen, en ver-
der de noodige maatregelen nemen zou, om na dien tijd het beheer
over te kunnen dragen aan dat. bestuur, hetwelk, na door de
kerkelijke gemeenten te zijn gekozen, alsdan zou optreden. Dientenge-
volge is een gansch nieuwe toestand geboren. Een algemeen reglement,
uitgevaardigd den 21 Juli 1870 heeft het beheer van de kerkelij-
ke goederen en fondsen der hervormde kerken en het toezicht daarop
geregeld. Het beheer over de fondsen der bijzondere gemeenten
wordt gevoerd door kerkvoogden en notabelen. Een provinciaal
collegie, bestaande uit zeven leden, voert het toezicht over die ker-
kelijke goederen en fondsen in de provincie. Een algemeen colle-
gie van toezicht waakt over de algemeene kerkelijke goederen en
fondsen der gemeenten. Het vergadert eenmaal ’s jaars en bestaat
uit dertien leden, waarvan elf door de provinciale...”
|
|