| 1 |
 |
“...hoofd-officieren worden door den Koning benoemd op
voordracht van den ministerraad.
1 Het leger bestaat uit Europeanen (vrijwilligers) zoo Nederlan-
ders als vreemdelingen, alsmede uit Inlanders 2).
Het Indische leger is geheel afgescheiden van dat in het moe-
derland. Meermalen is de vraag gedaan, of het niet zijne goede
zijde zoude hebben, indien de beide legers, voor zooverre nl. ook
dat van Nederland uit vrijwilligers bestaat, tot éen geheel samen-
gesmolten werden, althans indien er slechts een kader van offi-
‘) Zie Kon. besluit van 5 Maart 1864 (Ind. Stbl. n®. 92), en van 3
Febr. 1867 (Ind. Stbl. n®. 44).
2) Op 31 Dec. 1882 bestond het Indische leger uit 1352 officieren,
allen Europeanen en 29030 onderofficieren en manschappen (13.578 Eu-
ropeanen, 111 Afrikanen, 1411 Amboineezen en 13.930 andere inlanders)....”
|
|
