1 |
 |
“... 392,
473. — Opperbestuur der geld-
middelen. 99, 145. — Recht van
de munt en van beeltenis op de
muntstukken. 100. — Macht in
de handhaving van het recht. 101,
447. — Vervolging van hooge
staatsambtenaren. 122, 181. —
Recht van gratie. 103. — van
dispensatie. 103. — Recht om
adeldom te verleenen. 104. —
Ridderorden. 105.
Koningin. 64, 69. — Weduwe.
80. '
Kopierecht. 41.
Krankzinnigen. 312.—gestich-
ten, 312.
Krediet van den Staat. 202,
205. v.
Kredietwet. 199.
Krijgsraden. 236. — in Ned.-Ln-
Hip 4-'Sn
Krijgsschool. 249.
Kroon der Nederlanden. 62v.
Kroondomein. 78 v.
Lager onderwas. 257 v.
Landbezit in Ned.-Indie. 441 v.
Landbouw. 293. —inNed.-Indie.
441 v.
Landbouwschool. 267, 294.
Landdrosten. 327, 350, 483.
Land- en zeemacht. 97, 247,252.
— in Ned.Andie. 455 v. — in
West-Indie. 468, 474, 475, 482.
Landmilitie. 244.
Landraden. 451 v.
Landrente. 420. — stelsel. 423. v.
Landsbedieningen. 28. —be-
noembaarheid tot. — 47 — 50. Zie
Ambtenaren, Benoembaarheid, In-
gezetenen, Vreemdelingen....”
|
|