Your search within this document for 'griffier' resulted in 21 matching pages.
 
1

“...nog niet éen staatslichaam uit, en beraadslaag- den niet en corps: er werden geene algemeen verbindende besluiten genomen; geen gemeenschappelijke voorzitter leidde de vergadering; geen secretaris voerde de pen. Eerst in het laatst van 1576, in het heetst van het verzet tegen Spanje, vormden de Staten-Generaal zich. als een regeeringscollegie, dat de door het gemeenschappelijk gevaar bedreigde Vereenigde Gewesten verte- genwoordigde. Toen werd ook de behoefte gevoeld aan eenen voorzitter en griffier, terwijl tevens een reglement van orde ont- worpen werd 2). Niet alle volken zijn rijp voor het Vertegenwoordigend stelsel. Waar de algemeene volksontwikkeling nog veel te wenschen «verlaat, zal öf de regeering alleen de taak op zich nemen, >' ') Zie blz. 2. a) Zie daarover Mr. lenting in nijhoff’s Bijdragen voor Vadert. Gesch. jen Oudh., deel IV, bl. 15 en 47, naar aanleiding van de Hist, des États Génir. par th. juste....”
2

“...emde; in de Tweede Kamer worden de tweede en derde candidaat als eerste en tweede onder-voorzitter beschouwd. Door elke Kamer worden buiten haar midden een griffier en commies-griffiers benoemd 3). Een der grootste waarborgen voor het richtig behartigen der waardigheid te bekleeden, onderging deze bepaling in de constitutie eene, verandering. Volgens art. 54 werd aan het Wetgevend Lichaam zelf het recht gegeven, zijnen voorzitter te kiezen. Bij de Grondwet van 1814 werd de benoeming aan den Koning opgedragen uit een drietal, hem door de Staten-Generaal aangeboden. •) Art. 84. »De voorzitter wordt door den Koning benoemd voor liet tijdperk eener zitting, uit eene door de Kamer aangeboden opgave van drie leden.n *) Peet. 87. nDe voorzitter wordt door den Koning benoemd voor het tijdperk eener zitting.» 3) Art. 94. Behalve den griffier heeft iedere Kamer éen of twee com- mies-griffiers. Verder zijn op de griffie nog werkzaam hoofd-commiezen, commiezen en adjunet-commiezen. In de Tweede Kamer...”
3

“...172 welke niet alleen door de leden en den griffier, maar ook door de stenografen in acht genomen moet worden, terwijl einde- lijk bijzondere notulen gehouden worden van de geheime zit- tingen. In nauw verband met de openbaarheid staat de bepaling, dat over alle zaken mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd wordt 1). De afgevaardigde moet den moed hebben, om zijne overtuiging in het openbaar uit te spreken. Geene vrees voor kie- zers, die achter hem staan, mag hem terughouden, en het minst de vrees om der regeering ongevallig te zijn. Op deze mondelinge stemming wordt echter eene uitzondering ■gemaakt bij het doen eener keuze, als bij de nominatie voor het voorzitterschap, of voor het lidmaatschap van den Hoogen Baad en van de Rekenkamer, bij de benoeming van den griffier enz. In zulke gevallen volgen de Kamers het stelsel eener geheime stemming, waardoor een waarborg wordt gegeven, dat geen invloed van buiten op de leden werkt. De spreker voert het woord, na het van den voorzitter...”
4

“...vroegere Grondwetten bestendigd 4), en moeten de in art. 159 genoemde ambtenaren ter zake van alle misdrijven (i^tgezon- derd de overtredingen waarop geen gevangenisstraf is gesteld) voor den Hoogen Raad terecht staan #). den Raad van State; de president en de leden van den Hoogen Raad, alsmede de leden van het openbaar ministerie en van de griffie bij dit collegie; de leden en de secretaris van de Rekenkamer; de raden en de- generaal-muntmeesters en de secretaris bij het muntcollegie; de leden, de griffier en de ambtenaren van het openbaar ministerie bij het Hoog Militair Gerechtshof, alsmede de presidenten, leden, griffiers en ambtena- ren van het openbaar ministerie der gerechtshoven. *) Art. 38 van het Regeer. Regiem. *) Art. 177. Grondw. 1815 en art. 175 Grondw. 1840. *) Het rapport van de commissie van 17 Maart 1848 spreekt duidelijk: «doch uithoofde van ambtsmisdrijven alléén. De bevoorrechting over gemeene misdrijven uit te strekken, is niet alleen geenszins in het be- lang der genoemde...”
5

“...treedt om de drie jaren op den eersten Dinsdag in Juli af, terwijl het beginsel ge- huldigd is van herkiesbaarheid 1). De verkiezing heeft op den tweeden Dinsdag in Mei plaats. Volgens de Grondwet zijn slechts twee betrekkingen onveree- nigbaar met het lidmaatschap, nl. die van lid der Eerste Kamer en van de Staten eener andere provincie 2). Krachtens de provin- ciale wet echter wordt de onvereenigbaarheid nog verder uitge- strekt, nl. tot de betrekking van minister, commissaris des Konings, griffier der Staten, provinciale ambtenaren, en eindelijk tot bedie- naren van den godsdienst en geestelijken 3). Volgens de gemeentewet kunnen krijgslieden in werkelijken dienst geen leden van den gemeenteraad zijn, terwijl de Grondwet voorschrijft dat krijgslieden, tot leden van de Staten-Generaal be- noemd wordende, nonactief worden. De provinciale wet spreekt deze onvereenigbaarheid niet uit, hetgeen aan een verzuim moet worden toegeschreven, omdat dezelfde redenen als in' de gemeen- , tewet daarvoor...”
6

“...328 andere provinciale of gemeentelijke bediening, of met bet lidmaat- schap van een waterschapsbestuur 1). Verder mag er geen bloed- verwantschap of zwagerschap in den eersten of tweeden graad be- staan tusschen hem en den griffier, en zelfs niet in den derden graad met de Gedeputeerde Staten 2). Zijn werkkring en zijne bevoegdheid worden zoo in de provin- ciale wet * *) als in zijne instructie, vastgesteld bij kon. besluit van 27 Sept. 1850 (Stbl. n°. 62), omschreven. Door de eerste wordt zijne betrekking tot het provinciaal-, door de laatste tot het algemeen bestuur, als uitvoerder der koninklijke bevelen, be- paald. In zooverre wijkt de bevoegdheid van. de Provinciale Staten af van die der Staten-Generaal, dat dezen telken jareeene voordracht opmaken voor de betrekking van voorzitter, genen daartoe geen recht hebben, en verplicht zijn den Commissaris des Konings in de provincie als zoodanig te erkennen. Als voorzitter der Pro- vinciale Staten heeft de Commissaris des Konings de leiding...”
7

“...verkeerde handelingen ter kennis van het departement, onder welks ressort de ambtenaar behoort; draagt hij personen voor ter ver- vulling van vacante burgemeesters- of andere gemeentelijke betrek- kingen, die door den Koning worden benoemd, zorgt hij voor de openbare orde binnen zijne provincie, en geeft de daartoe noodige bevelen. • Naast den Commissaris des Konings staat de griffier, wiens werkzaamheden eensdeels door de provinciale wet, anderdeels door jene instructie, hem door de Provinciale Staten gegeven, wor- len omschreven. Even als de Staten-Generaal zelven hunnen grif- ier benoemen, zoo wordt ook de griffier der Provinciale Staten loor dezen aangesteld. Hier wordt echter, met afwijking van het- geen ginds plaats heeft, eene voordracht van drie personen door gedeputeerde Staten opgemaakt, waaruit de keuze gedaan moet rorden 3), Behalve de gewone vereischten van Nederlanderschap r1) Art. 32, 2de en 3de lid. *) Ibidem. 3) Art. 36 ibid:...”
8

“...330 en het volle genot van burgerlijke en burgerschapsrechten, moet men den ouderdom van vijf en twintig jaren hebben bereikt, om tot griffier te worden benoemd, en is bloedverwantschap of zwager- schap in den eersten en tweeden graad met den Commissaris des Konings of de Gedeputeerde Staten een beletsel voor de benoeming. Voor het overige is het ambt zelf onvereenigbaar met eenige an- dere lands- of provinciale bediening, bij een waterschapsbestuur in de provincie, en met de betrekking van hoogleeraar, lector, onderwijzer, advocaat, procureur of notaris l). De werkkring van den griffier wordt door de provinciale wet omschreven: «de griffier is den Commissaris des Konings en den Gedeputeerden Staten in alles, wat het hun bij deze wet opgedra- gen bestuur aangaat, behulpzaam» 2). Daar echter de Commissaris- des Konings ook met andere buiten de provinciale wet gelegene- werkzaamheden belast is, rees de vraag, of het voorschrift, betrek- kelijk den kring van de bevoegdheid des griffiers, niet...”
9

“...der zaak, dat de keuze, die door hen wordt uitgebracht, in nauw verband zal staan met de staatkundige richting der meerderheid van de leden der Staten. Ook uit dit oogpunt is het van belang te letten wie tot vertegenwoordiger der provinciale belangen worden benoemd. Wegens het gewicht der zaak heeft de provinciale wet, volgen» het voorschrift van art. 87 der kieswet, eenige bepalingen opge- nomen, die dit kiesrecht regelen, en die tevens op alle verkie- zingen, bijv. van Gedeputeerde Staten, griffier enz., van toepas- sing zijn * 2). Zij komen hoofdzakelijk hierop neder, dat de stem- ming geheim is, en met gesloten briefjes geschiedt; dat de meest mogelijke waarborgen genomen worden tegen verwarring, vergis- sing of bedrog 3); verder dat niet ten gevolge van eene onthou- ding aan de stemming door de meerderheid, de minderheid haren candidaat doet zegevieren 4); en eindelijk worden de geval- len opgenoemd, waarin twee of meer stemmingen plaats moeten vinden. IV. Hebben wij de Provinciale...”
10

“...agenten van het rijksgezag maken de Provinciale Staten ook eene begrooting van het provinciaal bestuur, voor zooveel dit betrekking heeft tot het rijksbestuur, welke begrooting aan den Koning wordt voorgedragen, om haar in geval van goedkeuring op de algemeene staatsbegrooting te brengen * 2). In die kosten voorzien dus de provinciale midde- len niet; zij worden door het Rijk bestreden. Daaronder wor- den begrepen: de jaarwedden van den Commissaris des Konings, van de Gedeputeerde Staten, van den griffier en van de ambte- naren der provinciale griffie; de door deze ambtenaren en de leden der Staten te genieten reis- en verblijfkosten; de kosten van ver- lichting, verwarming en bureau-behoeften der provinciale griffie; het onderhouden en meubileeren der gebouwen, bestemd voor de vergaderingen der Provinciale Staten, alsmede van de griffie en van de woning van den Commissaris des Konings, of wel de huur van dergelijke gebouwen, wanneer zij niet het eigendom zijn van het Rijk 3). § 3. Gedeputeerde...”
11

“...verplichting 4). De overtreding van deze beide voorschriften wordt met straf bedreigd. Na alvorens in zijne betrekking geschorst te zijn, wordt zijne zaak door de Provinciale Staten onderzocht; schuldig bevonden, wordt hij van de betrekking vervallen verklaard 6). i) Art. 51 prov. wet. Boven zagen wij reeds, dat dezelfde graad van bloedverwant- en zwagerschap niet bestaan mag tusschen hen en den Commissaris des Konings. Bovendien is eene familie-betrekking in den eersten of tweeden graad met den griffier eene reden tot uitsluiting. a) Art. 53 prov. wet. 3) Art. 57 prov. wet. 4) Art. 56 ibid. 5) Art. 58 ibid....”
12

“...als vast inkomen, terwijl het overblijvende geacht wordt voor presentiegeld te strekken, dat om de drie maanden tusschen •de leden verdeeld wordt, naar gelang der vergaderingen door hen bijgewoond l *). Alleen hij, die wegens de eene of andere commissie, hem door Gedeputeerde Staten opgedragen, afwezig is gebleven,’ behoudt zijne aanspraak op het presentiegeld 3). De Commissaris des Konings bekleedt ook in het collegie van Gedeputeerde Staten den voorzitterszetel, en heeft daarin stem *). De griffier der Staten voert er de pen 4 *). Ter voorziening in het geval dat in twee achtereenvolgende vergaderingen de stemmen staken, terwijl eene beslissing volstrekt gevorderd wordt, wijzen de Provinciale Staten in hunne zomer- vergadering een lid aan, hetwelk voor dit onderwerp zitting neemt 6): *De Gedeputeerde Staten zijn de eigenlijke uitvoerders, de eigen- lijke departementen van binnenlandsche zaken in de provincie” 6). Zij zijn belast met de dagelijksche leiding en uitvoering der za- ken, «hetzij...”
13

“...beschouwd. Verder onderzoeken zij de gemeente- verordeningen, terwijl alle keuren of politie-verordeningen der waterschapsbesturen aan hunne goedkeuring onderworpen zijn; zij oefenen een gestadig toezicht uit op de provinciale belangen, be- heeren de provinciale inkomsten en eigendommen, en bereiden de uitvoering van de besluiten der Staten voor. De ambtenaren der provincie worden door hen aangesteld en ontslagen, tenzij de Staten zelven dit aan zich gehouden hebben, of de wet anders beveelt. De griffier en andere ambtenaren worden door hen in hunne bediening- geschorst. Zij dienen der hooge regeering van raad en advies, en brengen jaarlijks een uitvoerig verslag uit van den toestand der provincie, welke verslagen uit een statistisch en administratief-rechtelijk oogpunt van groot belang zijn. Het ligt in den aard der zaak, dat zij wegens de dagelijk- sche leiding en uitvoering der zaken aan de Staten verantwoor- delijk zijn 2). De besluiten van Gedeputeerde Staten zijn aan denzelfden regel als...”
14

“...364 Voor beide betrekkingen wordt, in afwijking van hetgeen de provinciale wet voor de benoeming van den griffier voorschrijft, door het dagelijksch bestuur eene aanbeveling gedaan, ennieteene voordracht, waarvan het rechtsgevolg is, dat de raad de bevoegd- heid heeft zijne keuze te vestigen op een andere persoon. Als ge- meente-ambtenaren leggen beiden in eene openbare zitting van den raad, in handen van den voorzitter, de gevorderde eeden af. Hunne jaarwedden worden door Gedeputeerde Staten vastgesteld, gelijk voorgeschreven is voor die van den burgemeester en wet- houders. In gemeenten van 5000 zielen of daarbeneden kan de- zelfde persoon, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, de beide betrekkingen bekleeden. Voor het overige worden dezelfde vereischten van benoembaarheid gevorderd als voor het lidmaat- schap van den raad, terwijl schier al de voorschriften van de wet, ten opzichte van de gelijktijdige waarneming van het burgemees- terschap met andere betrekkingen, ook op hen t...”
15

“...Soerakarta;- alleen heet de KcuMpatèn daar Bate Mangoe. Deze echter spreken alleen recht in civiele zaken. Wegens mis- drijven staan de onderdanen van den Sultan terecht voor de recht- bank mn cnminede zaken, die over alle misdrijven op des Sultans grondgebied in het hoogste ressort beslist. De resident is voor- zitter; de leden zijn de rijksbestierder en een of twee inlandsche hooiden. Bij toepassing van de doodstraf moet het gevoelen van den opperpriester ingewonnen worden, terwijl een Europeesche griffier wordt toegevoegd i). Bovendien bestaat hier evenals te Soerakarta een residentie-raad 2). he*land< dat in Soerakarta aan den onafhankelijken prins Mankoe-Kegoro toebehoort, heeft deze zijne eigene Soerambi en Bradoto, die met eemge uitzondering gelijke rechtsbevoegdheid heeft als die rechtbanken in het gebied van den Soesoehoenan. I yoor de inlandsche rechtbanken en rechtspraak in de Buiten- bezittingen verwijzen wij kortheidshalve naar den Regeerings-Al- manak voor Nederlandsch-Indië. b. De...”
16

“...452 inlandsche hoofden, door den Gouverneur-Generaal daartoe benoemd, terwijl ook de opperpriester (Hoofd-Panghoeloe) daarin zitting heeft tot'het geven van inlichtingen omtrent het mohammedaansche recht1). Het openbaar ministerie wordt door den hoofd-djaksa (fiscaal) waar- genomen; de secretaris of eenig ander ambtenaar fungeert als griffier. De landraden zijn de gewone rechtbanken voor de Inlan- ders onderling, of wanneer deze door de Europeanen in rechten worden betrokken. In burgerlijke zaken hangt de vraag, of zij al dan niet in het hoogste ressort recht spreken, af van het be- drag der vordering; in strafzaken beslissen zij over alle misdrijven, die niet tot de bevoegdheid behooren van hoogere rechtscollegiën, en verder over alle politie-overtredingen door Inlanders gepleegd. Ook spreken zij recht in hooger beroep van de vonnissen der resi- dentiegerechten. Van de voor hooger beroep vatbare zaken van den landraad komt men in voorziening bij den raad van justitie. Van alle eindvonnissen...”
17

“...leden eenen officier van justitie, eenen substituut-officier, eenen griffier on een of meer substituut-griffiers 2). De raad van justitie is de gewone rechter zoo in burgerlijke als m strafzaken van den Europeaan en met dezen gelijkgestel- de^ alsmede van de inlanders, en met dezen gelijkgestelden, die zich aan de Europeesche rechtsmacht onderworpen hebben. Hij beslist m hpoger beroep van de vonnissen van den landraad. Verder spreekt hij recht in zake van zeerooverij, prijzen en buit en strandvonderij. De inlandsche vorsten en hoofden staan, wan- ') Zie ordonn. van 24 Maart 4864 (Ind. Stbl. n». 27a). De wijze van benoeming van leden der rechtbanken, van omgang is vereenvoudigd bij Kon. besl. van 5 September 1882 n». 17 (Ind. Stbl. no. 286.) ) Voor de raden van justitie op Java is het een vereischte, dat alle leden rechtsgeleerden zijn. Voor die op andere eilanden wordt dat alleen voor den president, officier en griffier voorgeschreven....”
18

“...454 neer tot hunne vervolging het verlof is verleend, voor den raad van justitie te recht. f. Het Hooggerechtshof van Nederlandsch-Indië. Het hoogste rechterlijk collegie, dat zijnen zetel heeft te Ba- tavia, is sedert 1881 samengesteld uit eenen president, die door den Koning öp voordracht van den ministerraad wordt benoemd, drie vice-presidenten, elf raadsheeren, éen procureursgeneraal, drie advocaten-generaal, éenen griffier en drie substituut-griffiers, die allen rechtsgeleerden moeten zijn 1). Het hof is in vier kamers verdeeld en oordeelt over alle rechtsvorderingen, waarin de Gou- vemeur-Generaal of de Indische regeering als gedaagde wordt aangesproken. Krachtens Koninklijk besluit van 28 September 1850 (Stbl. n°. 63) kan van de arresten van het Hooggerechtshof, ge- wezen in eersten aanleg in burgerlijke zaken, hooger beroep wor- ' den aangeteekend bij den Hoogen Baad der Nederlanden, indien de Gouvemeur-Generaal of de Indische regeering als gedaagde j wordt aangesproken, wegens...”
19

“...publicatiën van 28 en 27 April, 7 Mei en 10 Juni 1863 (Gouvern.blad nos. 10, 11, 13 en 15 1 2). § 3. Rechtswezen. Met uitzondering van het hof van justitie, dat in de kolonie Suriname voor burgerlijke zaken het hoogst rechterlijke collegie is, worden de inrichting en samenstelling der rechterlijke macht aan eene regeling door de Koloniale Staten overgelaten *). Het regeerings-reglement behandelt alleen de samenstelling van het hof. De voorzitter en de leden, alsmede de procureur-generaal en de griffier worden, de beide eerstgenoemden voor hun leven, de beide laatsten tot wederopzeggens, door den Koning benoemd 3). Behalve zijne rechterlijke ambts-werkzaamheden is de procureur-ge- neraal de vice-voorzitter van den Raad van bestuur, en kan hij zelfs den gouverneur vervangen bij gebrek van den persoon, door den Koning daartoe aangewezen4). Voor het overige geldt voor de leden der rechterlijke macht de regel, dat zij niet van hunnen post ontzet kunnen worden dan bij gebleken ongeschiktheid ten...”
20

“...484 leden, alsmede de griffier, door den Koning worden benoemd, waar- uit blijkt, dat zoo er niet-gegradueerde leden aangesteld moeten worden, deze door den Gouverneur moeten worden benoemd. Yoor het overige zijn de bepalingen voor dit hof ongeveer dezelfde als voor dat van Suriname. Met betrekking tot de ingezetenen merken wij hier op, dat de slavernij afgeschaft is bij eene wet, die dezelfde dagteekening voert als die voor de opheffing van de slavernij in Suriname, nl. 8 Au- gustus 1862 (Stbl. n°. 165). Verder zijn in het regeerings-regle- ment voor Curagao dezelfde rechten aan de ingezetenen toegekend als voor Suriname....”