1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/04/41/00001/NL-0200050000_UBL10_00061_0505thm.jpg) |
“...Bij de alzoo nieuw gekozen Kamers wordt het voorstel, zooals
het in de bovengenoemde wet is omschreven, door de regeering
ingediend, en aan de beraadslagingen onderworpen 1). Volgens
het ontwerp der Commissie van 17 Maart 1848, zouden deze be-
raadslagingen in eene vereenigde zitting der beide Kamers in dub-
belen getale moeten plaats hebben en het oorspronkelijk regee-
ringsvoorstel nam die voorschriften over; alleen tengevolge van de
opmerkingen voor het Voorl. Verslag, die vooral den omslag gol-
den, waardoor eene herziening der Grondwet zou worden bemoei-
lijkt, werd de redactie gewijzigd. De oproeping in dubbelen getale
verviel maar is ook vervallen het voorschrift eener vereenigde
zitting der beide Kamers ? Art. 197 spreekt daarvan niet uitdruk-
kelijk ; elke Kamer zal dus afzonderlijk moeten beslissen.
In twee opzichten wijkt de nu te volgen behandeling in de
Staten-Generaal af van de gewone. Vooreerst, terwijl volgens art.
101 der Grondwet alle besluiten met volstrekte meerderheid...”
|
|