Your search within this document for 'gezaghebber' resulted in two matching pages.
1

“...geval heeft men van het hoofd van het plaatselijk bestuur een toelatingskaart noodig, welke voor zes maanden geldig is, doch deze termijn kan verlengd worden. Voor vestiging of inwoning is eene schriftelijke vergunning noodig, welke voor Java en Madura door den Gou- vemeur-Generaal, voor elders door den hoogsten gewestelijken gezaghebber wordt verstrekt. De aanvrager moet doen blijken genoegzame middelen van bestaan te bezitten of deze door werk- zaamheid te kunnen verkrijgen. Zij die slechts een tijdelijk verblijf bedoelen, hebben voor het geval dat zij reizen willen, daarvoor de vergunning noodig hetzij van den Gouvemeur-Generaal hetzij van den gewestelijken gezaghebber, al naar gelang hunne reizen Java en Madura of de Buitenbezittingen gelden. Deze vergunning duurt twee jaren met recht van verlenging. De bovengenoemde voorschriften zijn echter niet van toepassing op personen, die van rijkswege naar Indië worden gezonden, of op ambtenaren, noch op hen die in Indië zijn geboren, noch op de...”
2

“...betreft, zij worden be- heerd door gezaghebbers, die aan de bevelen van den Gouverneur onderworpen zijn, doch door den Koning, die ook hunne jaarwed- den en instructie vaststelt, worden benoemd 2). In de uitoefening van het dagelijksch bestuur worden deze amb- tenaren bijgestaan door twee landraden, die door stembevoegde kiezers worden gekozen, en voor den tijd van vier jaren zitting hebben ; om de twee jaren treedt één van hen af, maar hij isda- dehjk herkiesbaar. Tevens maken zij met den gezaghebber den ™ van politie uit, eene soort van plaatselijke vertegenwoordi- ging, die de belangen van het eiland, waartoe hij behoort, behar- tigt; het toezicht uitoefent over alle wegen, straten, wateren, bruggen, dijken, waterleidingen, en wat dies meer zij; het opper- toezicht heeft over ouderwijs en armbestuur, en plaatselijke keuren vaststelt, die echter de bekrachtiging behoeven van den gouverneur De bevoegdheid van den Raad van politie gaat echter niet zoo ver, dat hij straffen kan bedreigen...”