1 |
|
“...inhielden, dan zoodanige wijzigingen
als volstrekt noodzakelijk waren, ten gevolge van de afscheiding van
België *) Noch van de ministerieele verantwoordelijkheid of van de
onschendbaarheid des Konings, noch van het recht van amende-
ment, noch van het recht van ontbinding der Kamers of van eene
andere regeling van het kiesrecht was sprake.
Nauw had de regeering hare ontwerpen aangeboden of vijf leden
der Tweede Kamer: l. c. luzac, w. A. baron schimmelpenninck
VAN DÉK OYE, J. CORVEE HOOFT, E. W. VAN DAM VAN ISSELT en
Jhr. w. l. F. c. ridder van rappard, deden het voorstel, om,
«aangezien het bleek, dat de regeering het initiatief niet verder
wilde nemen, dan door het voordragen der vijf ontwerpen, en zij
als het ware aan de Kamer overliet, om harerzijds de verdere voor-
drachten te doen, eene commissie van tien leden te benoemen, ten
einde eene lijst op te maken van de hoofdpunten, welke bij de her-
ziening der grondwet in aanmerking behoorden te komen, welke
lijst door de afdeelingen onderzocht...”
|
|
2 |
|
“...dringen.
Ook de Tweede Kamer kwam telkens op dien eisch terug. Ein-
delijk formuleerde zij in Oct. 1844 haren wensch duidelijk in haar
adres van antwoord op de troonrede. Maar het daarin uitgedrukt
gevoelen vond noch bij de regeering, noch bij de Eerste Kamer
weerklank. Het geschil had dan ook tengevolge, dat, voor het
eerst sedert 1815, het antwoord op de troonrede achterwege
bleef. Hierdoor niet ontmoedigd, besloten nu negen leden der
Tweede Kamer: de heeren j. k. thobbecke, l. c. luzac, e. w.
VAN DAM VAN ISSELT, J. H. graaf VAN EECHTEEEN, J. M. DE KEM-
PENAEE, L. D. STORM, B. WICKERS, S. baron VAN HEEMSTRA en
s. h. anemaet, den 9en Dec. 1844, een voorstel in te dienen tot
eene volledige herziening der grondwet. Dat voorstel, bekend onder
den naam van het voorstel der negen mannen, voldeed aan de
rechtmatige eischen. De ingenomenheid waarmede het door de
l) De vijf regeerings-voorstellen werden later door acht andere aange-
vuld. Langs dezen weg werd de splitsing der Staatsbegrooting in eene...”
|
|
3 |
|
“...«tegenwicht tegen overijling en tegen
de overheersching van het democratisch beginsel,” van een «bol-
werk, aangelegd om de kroon te omringen en alle partijen te
doen afstuiten^” Het ligt echter voor de hand, dat, afgescheiden
van het gevaar voor overijling, hetwelk aan onzen landaard een
niet zeer dreigend karakter ontleent, uit dit oogpunt de samen-
stelling beter aan de kroon ware verbleven. Een Eerste Kamer,
bestanddeel der Fb&vertegenwoordiging, kan immers moeilijk
tegelijkertijd als een dam tegen de Volksvertegenwoordiging wor-
J) Art. 24 van de Schels van van hogendorp. a) Art. 58 Grondw. 1814,...”
|
|
4 |
|
“...155
den aangemerkt. De verwerping van wetsvoorstellen, ook om
redenen daarbuiten gelegen, de aanneming van motiën van wan-
trouwen en andere staatkundige uitingen der Tweede Kamer,
vaak van overgrooten invloed op het beleid van ’s lands zaken,
bereiken natuurlijk de Eerste Kamer niet; zij is buiten machte
daartegen hetzij een dam, hetzij een bolwerk te vormen. Wat het
onderwerp beheerschte, was de behoefte aan eene Kamer van
tweeden aanleg, die kon verhoeden, dat de besluiten van eene
enkele Kamer, onder welke omstandigheden ook genomen, omstan-
digheden welke de onthouding van ’s Konings bewilliging misschien
zeer konden belemmeren, bindende kracht zouden erlangen.
Moeilijk was het antwoord te geven op de vraag, op welke
wijze deze Kamer zou worden samengesteld. Men kon de keuze
opdragen aan hen die kiesgerechtigd zijn voor de Tweede Kamer
en tevens enge grenzen stellen aan de verkiesbaarheid, of wel den
kring der verkiesbaren' zoo ruim mogelijk trekken, doch de keuze
opdragen aan een...”
|
|
5 |
|
“...zijn, maar hun 20ste nog niet hebben bereikt, en die
wenschen te worden opgeleid tot machinist-leerling eerste klasse.
Daartoe na afgelegd examen bevorderd, worden zij geplaatst op
’s Rijks stoomschepen, om zoodoende, telkens na een examen, op
te klimmen tot machinist derde, tweede en eerste klasse. Uit
hen, die zich door bekwaamheid en overige goede eigenschappen
onderscheiden, worden enkele bij keuze benoemd tot Officier-ma-
chinist.
Nederland bezit drie Rijkswerven, waarvan eene, dietéAmster-
dam, tegenwoordig hoofdzakelijk gebezigd wordt voor den bouw
van oorlogsbodems, terwijl aldaar tevens schepen herstellingen en
wijzigingen ondergaan en de uitrustinggoederen verzameld worden,,
die voor de buitenslands dienende schepen en vaartuigen van
oorlog, alsmede voor den dienst van het departement van koloniën
bestemd zijn.
-Aan de werf te Willemsoord wordt hoofdzakelijk de «.anmaalr
van de benoodigde rondhouten, tuigen en zeilen opgedragen, ter-
wijl aldaar tevens, evenals op ’s Rijks werf te...”
|
|
6 |
|
“...300
kunnen opslaan, zonder daarvoor de gevorderde rechten te beta-
len, zijn van staatswege in de voornaamste zeeplaatsen: Amster-
dam, Rotterdam, Schiedam en Middelburg entrepots opgericht *).
Zij worden door directeuren en commissarissen, door den Koning
benoemd, bestuurd. Verder zijn daarbij nog andere ambtenaren
werkzaam, die den titel van entreposeurs en controleurs voeren.
In alle gemeenten, waar een min of meer belangrijke handel
gedreven wordt, zijn Kamers van koophandel en fabrieken, die de
belangen van den' handel en de nijverheid behartigen, en zoowel
de hooge regeering als de gemeentebesturen omtrent alle zaken,
welke daarop betrekking hebben, adviseeren. Zij worden geregeld
door het koninklijk besluit van 9 Nov. 1851 (Stbl. n°. 142). 1 2)
De leden worden gekozen uit de kooplieden en fabrikanten, en
rechtstreeks door dezen benoemd.
Hierbij moeten wij ook vermelden de wet van 7 April 1869
(Stbl. n°. 57), gewijzigd door onderscheidene latere wetten, betrek-
kelijk de maten en...”
|
|
7 |
|
“...is tot dusver door slechts weinigen gebruik gemaakt. Bovendien
heeft deze wet niet alleen bepaald, dat de Gouverneur-Generaal
moet zorgen, dat geenerlei afstand van gronden inbreuk make op
de rechten der inlandsche bevolking, maar ook dat hij over de
gronden, die door inlanders voor eigen gebruik ontgonnen zijn, ,
of als weiden of uit eenigen anderen hoofde tot de dorpen be-
hooren, niet mag beschikken dan ten algemeene nutte, en even-.,
min ten behoeve van de op hoog gezag ingevoerde cultures, dam
>) Koloniaal Verslag over
1882 blz. 77....”
|
|
8 |
|
“...493
No. IV. (biz. 55).
De census is voor het platteland in de provinciën N. Brabant, Gel-
derland, Overijsel, Drente en Limburg op ƒ 20 bepaald. Het platteland
van Groningen, N.- en Z.-Holland moet f 32, dat van • Friesland f 30,
en dat van Utrecht f 24 betalen. De census der steden, behalve Amster-
dam, Rotterdam en ’s Gravenhage, is naar gelang der bevolking f 30
f 40, f 50, f 60 en f 70.
In de zitting 1872/73 is door de regeering een wetsontwerp ingediend
ter herziening van den census, dat echter door de Tweede Kamer is ver-
worpen.
Bij de miuisterieele crisis welke in den zomer van 1879 voorkwam,
heeft het ministerie kappeyne-tak te kennen gegeven, dat het eene
Grondwetsherziening noodzakelijk achtte, vooral met betrekking tot die
gedeelten van de Grondwet, waarin sprake is van de uitoefening van de-
kiesbevoegdheid en defensie. Wat de kiesbevoegdheid betreft, zou alles
wat tot den census betrekking heeft door de kieswet geregeld worden^
waardoor de mogelijkheid geboren wordt aan de...”
|
|
9 |
|
“...Noor d-Brab ant, 64 leden.
's Hertogenbosch 8; Grave, Tilburg, Hemden, Helmond, Eindhoven,
Breda, Zevenbergen, Bergen op Zoom, elk 7 leden.
Gelderland, 72 leden.
Arnhem, Ede, Putten, Oldebroek, Voorst, Zutfen, Ruurloo, Aatten,
Tiel, Geldermalsen, Wichen en Nijmegen', elk 4; - Zevenaar 5; Does-
burg, Eist en Zaltbommél, elk 3 leden.
ZuidHolland, 80 leden.
Rotterdam 13, ’s Gravenhage 10, Gouda 6, Leiden 5, Leiderdorp, Zoe-
termeer, Vlaardingen, Alfen, Gorinchem, Sliedrecht, elk 4; Delft, Schie-
dam, Oud-Beierland, Ridderkerk, Brielle, en Middelhamis, elk 3 leden.
Noo rd-Holland, 72 leden.
Amsterdam 34; Haarlem 6; Schagen, Zaandam, Enkhuizen, Weesp,
ieder 4; Helder, Alkmaar, Hoorn, Purmerend, ieder 3; Edam en Nieu-
weramstel, elk 2 leden.
Zeeland^ 42 leden.
Middelburg 11; Goes en Hulst, ieder 8; Zieriksee en Sluis, elk 6; To-
len, 3 leden.
Utrecht, 41 leden.
Utrecht 13, Amersfoort, Amerongen, IJselstein en Breukelen, elk 7
leden.
Friesland, 50 leden.
Leeuwarden, Dokkum, Heerenveen, Sneek en...”
|
|