1 |
 |
“...maatschappij gesloten, voldeed geen j
van beiden. Daarvan was eene nieuwe regeling het gevolg. Zij is
bekrachtigd bij de wet van 15 November 1876 (Stbl. n°. 210). De ,
concessie is verleend voor 50 jaren, terwijl de onderneming na
verloop van 20, 30 of 40 jaren door den Staat genaast kan wor-
den. Behalve met de exploitatie is de maatschappij met het onder- J
houd en herstel van weg en werken belast, met uitzondering van j
bepaald aangewezen gevallen. De financieele verhouding is als
volgt. Uit de bruto-opbrengst wordt in de eerste plaats eene som
van ƒ500 per kilometer (van ƒ1000 per kilom. dubbel spoor) ge- 1
stort in het fonds ter vernieuwing der spoorstaven, dwarsliggers, '
wissels en draaischijven. Daarna ontvangt de Staat een vijfde ge- ;
deelte. Het overblijvende komt aan de maatschappij, tot dat zij 4V2 J
procent aan hare aandeelhouders uitkeert. Hetgeen daarboven is i
ontvangen, wordt gelijkelijk gedeeld tusschen Staat en maatschappij, J
zoolang de laatste niet meer dan 5 procent dividend...”
|
|
2 |
 |
“...rubriek van openbare werken mogen wij het ka-
naal ter verbinding van de Noord- en Zuiderzee (de doorgraving
van Holland op zijn smalst) en den waterweg van Rotterdam
naar zee niet met stilzwijgen voorbijgaan. Het eerste, aangelegd,
door de Amsterdamsche kanaalmaatschappij, is, met de aan deze
toebehoorende onroerende eigendommen, ten gevolge van eene
overeenkomst, bekrachtigd bij de wet van 19 December 1882 (Stbl.
n°. 231) aan den Staat overgedragen. Deze verbindt zich aan de
maatschappij de bruto-opbrengst der op dit kanaal geheven haven-
en kanaalgelden uit te keeren tot een bedrag van ƒ 6.039.900.11.
Dit bedrag maakt de som uit van de jaarlijksche uitkeeringen,
welke aan de maatschappij wegens rentegarantiewas verschuldigd,
na aftrek van hetgeen voor renten en aflossing der van den Staat
geleende gelden zou moeten worden afgezonderd. Bedraagt de be-
doelde opbrengst over eenig jaar minder dan ƒ 200.000, dan vult
de Staat dit bedrag aan. Mocht de Staat de rechten verlagen of
opheffen...”
|
|
3 |
 |
“...425
gronden worden voor den aanslag verdeeld in tien klassen naar
hunne gemiddelde bruto-opbrengst gedurende de drie laatste jaren.
In de laagste klasse vallen de gronden, die op meer dan /10
tot en , met f 20—, in de hoogste, die op meer dan f 100 gemid-
delde bruto productie worden geschat. Het bedrag der landrente
is voor de laagste klassen f 2, voor de hoogste klassen f 20 per
bouw ). De aanslag der dessa’s heeft plaats over een tijdvak van
vijf jaren. Eerst heeft de aanslag dessa’sgewijze over al de daar-
onder behoorende gronden, daarna de repartitie over eiken belas-
tingschuldige plaats. De inning blijft opgedragen aan de dessa-
hoofden, die evenals voorheen 8 pet. genieten, en aan inlandsche
ambtenaren, die den titel voeren van ondercollecteurs der lande-
hjke inkomsten, en eene bezoldiging ontvangen naar gelang van
de hoegrootheid hunner perceptiën.
Van de heffing zijn vrij: de nieuw ontgonnen rijstvelden gedu-
rende de drie eerste oogstjaren; verder de gronden in gebruik bij...”
|
|
4 |
 |
“...kunnen verwerven.
4. Blz. 297. Bij de wet van 15 Juni 1883 (Stbl. No. 73) is goedkeu-
ring verleend aan de op 6 Mei 1882 te ’sGravenhage gesloten interna-
tionale overeenkomst tot regeling van de politie der visscherij in de
Noordzee, buiten de territoriale wateren.
5. Blz. 439. Bij de wet van 12 Juni 1883 (Stbl. N». 67) is eene
nieuwe overeenkomst met de Nedevlandsche Handelmaatschappij be-
krachtigd. Haar commissieloon is daarbij, met inbegrip van het del cre-
dere, gesteld op 1 Va % van de bruto opbrengst der verkochte producten....”
|
|