| 1 |
 |
“...VIJFDE BOEK.
KOLONIAAL BESTUUR.
---------»&§>&«-
Nederland heeft uitgebreide overzeesche bezittingen in Am en
Zuid-Amerika 1). De bezittingen in Azië zijn meer bekend onder
den naam van Nederlandsch Oost-Indië, en die in Zuid-Amerika
zijn Nederlandsch Guyana en eenige eilanden, behoorende tot de
groep van de Groote en Kleine Antillen, anders meer bekendon-
der den algemeenen naam van West-Indië.
In vroegeren tijd oefenden de Oost- en de West-Indische Compagnie
het gezag uit, de eerste over de bezittingen in den Indischen Archipel,
de andere over die, welke in Amerika gelegen waren. De gewel-
dige achteruitgang van de financieele krachten dier maatschappijen
in het laatst der vorige eeuw was eene der voornaamste oorzaken
waarom het bestuur dier koloniën aan het staatsgezag werd opge-
dragen. De Staatsregeling van 1798 riep twee raden in het leven,
waarvan de eene raad der Aziatische bezittingen en etablissemen-
ten, de andere raad der Amerikaansche koloniën en bezittingen
genoemd werd, die...”
|
|
| 2 |
 |
“...van art. 59 der Grondwet hebben voor de
' West-Indische koloniën de wetten van 31 Mei 1865 voldaan.
Het reglement op het beleid der regeering voor de kolonie Su-
riname wordt gevonden in het Stbl. van bovengenoemd jaar onder
n . 55, dat voor de kolonie Curajao onder n°. 56 x)
. WiJ zullen eerst de inrichting van het bestuur der kolonie Su-
V riname, en daarna die van Curasao behandelen.
I. De kolonie Suriname.
De kolonie Suriname omvat het grondgebied, bekend onder de
benaming van Nederlandsch-Guyana. Niet alleen bestond zoowel
hier, als op Curasao en op de overige West-Indische eilanden meer
dan m de Oost-Indische bezittingen de slavernij, maar de geheele '
toestand werd als het ware door de slavenquaestie beheerscht,
omdat Suriname althans schier geene inheemsche bevolking kende
en al de arbeid van den grooten en kleinen landbouw door slaven
verricht werd *). Zoowel de stem der menschelijkheid, als de eman-
cipatie in de nabijgelegene Fransche en Engelsche koloniën, maak-
' 9a s t O J reglement...”
|
|
| 3 |
 |
“...Provinciale ■— 329, 338.
342.
Griffier der Provinciale Staten.
329, 342. — van de Statèn-Ge-
neraal. 170.
Grondbelasting. 211 v.—Vrij-
dom van — 211, 293.
Grondbezit in Ned.-Indië.441;v.
Grondgebied van het Rijk.
19—23, 391 v. — Afstand of
ruiling van — 94 v.
Grondwet. 1. - Geschiedenis van
de wording der — 5—13. — Ad-
ditioneele artikelen. — 13 v. —
Geest der — van 1848. 17 v. -
Alleen toepasselijk op het Rijk in
Europa. 22.
Grondwetsherziening. 485.
Grootboek. 207 v.
Guinea. Kust van — 391.
Guyana. 391.
Gymnasia. 270.
Handel, handelsvrijheid. 299 v.
Handelmaatschappij. Neder-
landsche — 439 —441, 467, 502.
Handels- en fabrieksmerken. 300.
Hechtenis. 228 v.
Heerendiensten. 15, 404, 409,
445 — 447.
Heerlijke rechten. 14, 15.
He e rl ij k h e d e n. Zie ambachts-
heerlijkheden.
Heerschende Kerk. 39, 274 v.
Heffingen voor het gebruik van...”
|
|