| 1 |
 |
“...steeds bestaan hebbende, verscheidenheid
der rassen, maar ook in willekeurige, naar tijd en plaats wis-
selende, vervormingen die bijgeloof of mode voorschrijven. In
de Bantu-talen, die over een taalgebied dat groter is dan
Europa een inderdaad verbazingwekkende gelijkvormigheid ver-
tonen, zijn de fonetiese verschillen tussen de klinkers der
onderscheiden talen kleiner dan tussen de medeklinkers; deze,
ons zonderling klinkende eigenaardigheid, verklaart Torrend door
te herinneren aan de van stam tot stam wisselende gewoonten
om neus of lippen met ringen te versieren, de snijtanden van
) Literaturblatt f. germ. u. rom. Phil. 1887, kol. 137....”
|
|
| 2 |
 |
“...afslijting dat het wezen vormt van t Kreools,
het afschaffen van deze „Luxus der Sprache”, gelijk Von der
Gabelentz het passief noemt, te zeer voor de hand; een zeer
groot getal talen kent het passief niet 1).
§ 55. De enige en algemene vorm van het werkwoord
komt in de meeste gevallen uiterlik overeen met de onbe-
paalde wijs van het Nederlands, ontdaan van de uitgang -ew.
In werkelikheid is die vorm ontstaan op de wijze die ik m
Het Afrikaansch (blz. 143 vlg.) nader heb omschreven; hij is
het als stam gevoelde, essentiële deel van ;t werkwoord. Veelal
wordt als zodanig de infinitief gevoeld, die in talen met dooi;
omschrijving gevormde tijden zo herhaaldelik voorkomt, in
’t Franskreools van Mauritius is aan ’t verleden deelwoord
die funktie toegekend bij vele werkwoorden2). In ’t Neger-
n z;e Yon der Gabelentz, Über das Passivum (Abhandl. der Kön. Sachs.
Gesellsch. d. Wissensch. VIII, Leipzig 1860), blz. 455, 464-469.
») Baissac (blz. 49 vlg.) zegt, m. i. ten onrechte, bi) alle. Ook in t imple-...”
|
|