1 |
|
“...staat ee voor ie, doch hier is geen fonetiese eigenaardigheid in
’t spel. Het zijn de Deense woorden, klakkeloos overgenomen.
§ 9. Ee voor eu in beersie, beerschie (beursje), beert (beurt)
deer (deur), heep (heup), hevel (heuvel), humeer (humeer), neet
(neut, noot), reek (reuk), sheer (scheuren), vreegde (vreugde)
enz. enz. De Denen passen deze spelling met de grootste konse-
kwentie toe, de Duitsers niet. Zij hebben soms eu als in
’t Nederlands (reuk, vreugde enz.) en in twee woorden, huvel
en skur, een u. Uit de Deense schrijfwijze ee valt iets te
leren voor de taal. Zij heeft, meen ik, niets te maken met
Nederlandse, dialektiese eigenaardigheden, al treft men ook in
’t Vlaams bij vele woorden wisseling aan van e met eu
(evel, euvel; krepel, kreupel en vele andere woorden bij de
Bo, blz. 249). Er blijkt uit die dubbele ee’s de algemeen
Kreoolse neiging tot vereenvoudiging van samengestelde klan-
ken , d. w. z. de neiging om bij klanken die gevormd worden
door ’t vooruitsteken der lippen...”
|
|