1 |
 |
“...96
21, 1), patiencie (Luc. 21, 19). In ’t woord portion voor
portie, deel (N. T. H. Luc. 12, 42) hebben de Duitsers onver-
anderd ’t woord van hun moedertaal overgenomen.
Hoewel ik overtuigd ben dat in vele gevallen de eigenaardige
uitgang der pseudo-diminutiva en der woorden op -ie, -sie, aan
de analogie is toe te schrijven, geloof ik toch niet dat men op
die wijze alle soortgelijke afwijkingen van ’t Negerhollands
moet verklaren. Hoogstwaarschijnlik zijn er ook andere faktoren,
van fonetiese aard, in ’t spel. In ’t Negerfrans der Antillen
komt palatalisatie van de s in alle posities voor (Poyen-Bellisle,
blz. 24), evenzo in dat van Louisiana (Van Name, blz. 130);
ook in ’t Papiements wordt s-)-i tot sj, een omschrijving
door Van Name (blz. 150) gegeven (en door de woordelijsten
bevestigd) die op palatalisatie wijst'). De onderstelling ligt voor
de hand dat ook in de mond der negers op de Deense Antillen
•sie tot -sji werd. Het voornaamwoord si (zijn) schrijft Pontop-
pidan regelmatig...”
|
|