Your search within this document for 'pak' resulted in five matching pages.
1

“...woord (verbum divi- num, G. D. blz. 37), mi ben een pover, bederf, verloor kind (G. H. blz. 110), lobbetje hemmete (hemd met lubben, G. D. blz. 62) enz. enz. Er is geen grens te trekken tussen dit gebruik en ’t vormen van samenstellingen. Voor ’t bepalen van dë betekenis van een woord kan een juist inzicht in de besproken Kreoolse formatie van nut zijn. Zo moet men mie wil hab een nyw Meet (G. D. blz. 50) niet vertalen met ik wil een nieuw kleed (kledingstuk) hébben, maar met ik wil een nieuw pak hébben. Uit hetgeen volgt blijkt dat rok, broek en kamisool bedoeld wordt; kleed is dus niet het Nederlandse zelfstandig naamwoord — een deftig woord dat in ’t Negerhollands ons zeer zou verbazen — maar ons...”
2

“...na taphus; mi mankee loop fo weet die nyw, as mi kom na plantaj; fordimak we ha werk fo du na plantaj. Wi ha fo loop na camina fo lo plant dié sukustok. Ma biren, die pot lo brau. Du die na grun te mi hoppo. Mi lo prat mit die mester, ma mi sal kom kik na die miselluf. de berg(en); ik heb de jongen gestuurd om haar te vangen. De varkens zijn in ’t hok, ik ga batatewortels zoeken tot voedsel voor ze. Een koe is over de afscheiding gekomen en heeft ’t hele jonge plant- soen vernield; als ik haar pak zal ik haar naar het fort meenemen, en de eigenaar laten betalen. Ik ga naar stad om een stuk pekelvlees te halen om in de pot te doen. Wat krijg je voor middagmaal? Ik weet het niet, ik houd van gebakken vis met gebakken bananen; als ik niets anders kan krijgen, eet ik pekelvlees met meelspijs. Ik ben benieuwd of er wat nieuws is in stad; want als we op de plantage komen moeten we lopen om nieuws te horen; want we hebben werk te doen op de plantage. We moeten naar ’t veld gaan om het suikerriet...”
3

“...krieg Honger for jeet Middag. We zullen naar ’t koffiehuis gaan om te biljarten en wat beweging te nemen, zodat we honger kunnen krijgen om van middag te eten. Ons groet Ju. We groeten u. Vaerwel! Adieu! Gesprek met een kleermaker. Meester, da die Snier bin. Meester, daar is de kleermaker. Lastaen hem kom na binne. Laat hem binnenkomen. Dag, mie Heer! Dag, Meneer! Dag, Baes! Dag, baas! Mie Heer ha stier for mie? Meneer heeft om me gestuurd ? Ja, mie wil hab een nyw Kleet. Ja, ik wil een nieuw pak hebben'....”
4

“...Satien. Wat Vuering mie Heer wil hab na die Kleet? Wit Sie. Mie wil hab Silver Knoop en Knoop Gat na die, en van die smal silver Galoon na die Kamisool. No maek die Bruk altee nau, due die Horolosje Sak na die Bruk-Bant. Die Bruk no mut wees tee kort na die Knie. Die Rok no mut wees tee lang, mie no keer for hab mie Kleer alteelang, en maek die Lief van die glik mit mie Heep. Pas op, die Kamisool no bin altee kort. Wil Meneer ’t hele pak van laken hebben? Neen, alleen de rok en de p. 59. broek. Waarvan zal ik ’t kamizool maken. Welke voering wil Meneer in ’t pak hebben? Ik wil zilveren knopen en knoopsgaten er aan hebben, en van dat smalle, zilveren galon op ’t kamizool. Maak de broek niet te nauw, en maak ’t horlogezakje in de broeksband. De broek moet niet te kort wezen over de knieën. De rok moet niet te lang zijn, ik houd er niet van dat mijn kleren al te lang zijn; en maak dat het lijf tot mijn heupen reikt. Zorg er voor dat het kamizool niet al te kort is. Witte zij. Van dat bruine satijn...”
5

“...kabae ? Ja, mie Heer belief for pas die ? Laestaen mie kik as die ka naej fraej. Mie gloof, die sa wees na Ju sin. Ik zal het naar uw zin maken. Je moet mouwen maken in het kamizool en zweetgaten onder de armen. Wat voor opslagen wil Meneer op de rok hebben? Van die soort die je altijd voor me maakt. Wil je de maat niet nemen? Neen, ik heb die van de vorige keer. Waar zal ik naaizij, garen, linnen en hoekram krijgen? Vraag ’t mijn vrouw, zij zeil ’t je geven. Kan je het pak in drie dagen maken ? Ja, Meneer. Wat, heb je het pak af ge- maakt ? Ja, wil Meneer het passen? Laat me zien of het goed ge- naaid is. Ik geloof dat het naar Uw zin zal zijn. Knoop die Rok. Knoop de rok dicht....”