1 |
 |
“...Franse Antillen
vrij aanzienlik vermeerderd.
De verordening waaruit ik het bovenstaande heb meegedeeld
') Ik ontleen het aan Höst (blz. 8) van wie Knox (blz. 51) ’t heeft over-
genomen; nauwkeurige bepaling van de landtaal op grond van zulke
gegevens is in menig geval ondoenlik. Hetzelfde geldt van een 52-tal
namen van kolonisten uit de eerste tijd der vestiging, door Knox als
appendix A aan zijn boek toegevoegd. Dit stuk vindt men niet bij Höst;
Knox spreekt van de „mutilated condition” der „original copies of the
deeds” waaraan hij de namen heeft ontleend. Uit dit lijstje citeer ik:
Adriaan de Vos, Gilles Pad, Jesper Jansen, Simon van Ockeron, Lambert
Bastaansen [Bastiaanse], Joost van Campehout, Nell Devael, Peter Pietersen,
Andries Zijgerts, Cornelius Jansen, Jan Dunker, Anthony de Woo, Pieter
de Buyk, Cornelis Jacobsen. Maar ik durf niet verzekeren dat Jacobsen
niet een Deen (Jacobson) was en dat, omgekeerd, niet sommige andere
namen met Deens uiterlik aan Hollanders hebben toebehoord...”
|
|