Your search within this document for 'kol' resulted in five matching pages.
1

“...Deze mening was reeds vroeger in beknopte vorm uitgesproken door Tesa en andere geleerden die in ’t zo straks te noemen werk worden geciteerd. Coelho stelt zich de gang van zaken ongeveer aldus voor: ’t Gehoor van ’t volk dat de Europese taal door nood gedwongen moest leren, werd eerst getroffen door een warreling van geluids- golven, waarin ’t langzamerhand rythme bespeurde; daarna ') Zie o. a. Schuchardt Kreol. Stud. Ill, biz. 17; IV, biz. 19, 35, 37; Literaturbl. f. germ. u. rom. Phil. 1887, kol. 137; Das Ausland 1882, biz. 867. Voorbeelden in het Negerhollands van deze grammatikale eigen- aardigheden van ’t Kreools vindt men in de volgende hoofdstukken; hier wil ik enige uitdrukkingen citeren die de voorliefde voor nadruk en schelle kleuren doen uitkomen: mi hab goe honger vor kik joe, vor kom na kerk; mi hab joe jaag na mi hert; mi raas goe vor em, alles om ver- langen naar iets uittedrukken. Mi hert lo bron betekent ik ben boos. Deze voorbeelden zijn ontleend aan de 6. H., blz. 100...”
2

“...vereenvoudiging leiden, n.1. „Ie maitre (de vertegenwoordiger van de hogere beschaving) simplifiant autant qu’il le peut” en „1’esclave imitant avec tout le soin dont il est capable.” Ik voor mij zou weinig rekening houden met die hun taal vereenvoudigende blanken. Ieder die niet aan taalstudie doet, vindt zijn eigen taal een- voudig en duidelik; en mocht hij door een ander niet begrepen ') Zeitschr. f. rom. Philologie 1831 (V), blz. 581 vlg. J) Literaturblatt f. germ. u. rom. Philologie 1883, kol. 236 vlg. s) Kreol. Studiën IV, blz. 16....”
3

“...of mode voorschrijven. In de Bantu-talen, die over een taalgebied dat groter is dan Europa een inderdaad verbazingwekkende gelijkvormigheid ver- tonen, zijn de fonetiese verschillen tussen de klinkers der onderscheiden talen kleiner dan tussen de medeklinkers; deze, ons zonderling klinkende eigenaardigheid, verklaart Torrend door te herinneren aan de van stam tot stam wisselende gewoonten om neus of lippen met ringen te versieren, de snijtanden van ) Literaturblatt f. germ. u. rom. Phil. 1887, kol. 137....”
4

“...uitvoerhaven was in later tijd voornamelik Loanda. Bij ’t raadplegen van Afrikaanse talen heb ik de meeste punten van overeenkomst gevonden in de talen der Slavekust; bij een dergelik onderzoek is men echter zeer beperkt door de spraakkunsten waarover men kan beschikken. Zeer veel nut heb ik gehad van het duidelike werk van Dr. Henrici; met de door hem behandelde Ephetaal trachtte ik iets meer dan zeer oppervlakkig bekend te geraken. ‘) Vgl. Schuchardt, Liter aturblatt. f. germ. u. rom.Philol. 1887, kol. 139. Ook hierin ligt een argument tegen Adam’s theorie....”
5

“...hebben een ander woord) is geworden tot reyel. Fluit geven de Denen weer met flöjt (Mth. 11, 17), de Duitsers met flöte; ’t is waarschijnlik dat bij beiden ’t overeenkomstige woord in ’t Deens en Duits {Flöit en Flöte) van invloed is geweest. Lui schrijven de Denen ééns (G. D., blz. 77) als löj, doch in Mth. 25, 26 hebben beide redakties looj, een bijvorm van lui die ook bij Kiliaen voorkomt en nog tegenwoordig dialekties in gebruik is, o. a. in het Zaans (zie Boekenoogen, de Zaansche Volkstaal, kol. 590). Nog in een paar andere gevallen schrijven de Duitschers ut, stellig onder invloed van de geschreven taal: gébuigt (reeds geheel Onkreools naar de vorm, N. T. Rom. 14, 11, naast 1...”