Your search within this document for 'klap' resulted in one matching pages.
1

“...282 L Lamier dageraad, Ps. blz. 230. Nederl. lumier(en), aanlichten van de dag. lamuntje citroen, G. D. blz. 57. Ook Afrikaans. Zie Tijdschr. Nederl. Taal en Letterk. XVI (1897), blz. 27. langdram grog van rum, Oldendorp blz. 261. Het Engelse en Deense dram (van drachme, medicinaal gewicht) betekent een slok brandewijn. lap herstellen, N. T. D. Math. 4, 21 lap slag, klap, N. T. D. Handl. 23, 2. lastbarend lastdragend, N. T. D. Mth. 21, 5. la(t)staen laten, als zelfstandig woord en by de gebiedende wijs, N. T. D. Mth. 26, 46 (lastaen ons loop!); achterlaten, N. T Mth. 22, 25. leveer, leweer, lever leveren, N. T. Mth. 21, 41. De Herrn- hutters schrijven steeds leveer, evenzo Pontoppidan; de Denen hebben meest lever. leepelkost soep, vloeibare spijs, G. D. blz. 68. levendag nooit, G. D. blz. 28; ook geenszins, N. T. D. Mth. 2, 6, vgl. Eng. never en, daaraan ontleend, Afrik, nooit. liplap jong (van kokosnoten), G. D. blz. 64. Zie over dit woord Schuchardt, Kreol Stud. IX, blz. 8—10. lobbetje...”