Your search within this document for 'kaba' resulted in three matching pages.
1

“...zeg (blz. 162): „it is perhaps for gehad, g being made surd by the following h; possibly from kom (komen), the Creole repre- sentative of worden, or from kaba (Spanish «cabar), wh ch both as a verb „to finish” and an adverb „already has found its way into all the Creole dialects.” Het kan, meen ik, met betwijfeld worden dat Van Name’s derde onderstelling de juiste is. Kaba komt in onze teksten herhaaidelik voor in de betekenis gedaan, op, af, naar t zinsverband met of zonder verbaal begrip verbonden. Wen regen kaba (als de regen Pg houden heeft T. P. blz. 135), die ka kabae (t is op, n.1. t vlees, G. D. blz. 56, vgl. ibidem blz. 75: noen, die ka kabae), die kawai ka saddel kaba (’t paard is al geadeld, G. H. blz. 99), mi ka see joe mi gedachten en soo kabaa. (ik heb ie mijn mening gezegd, en daarmee uit. G. H. • )• 3 Een partikel uit kaba (van acabar, emdigen. voUooien) on* staan, kan zeker uitmuntend dienst doen om het resultaat van i) De plaatsing van ju achter het werkwoord hief voor hen...”
2

“...Hetzelfde Portugese ca nu, zou, naar Schuchardt aarzelend oppert {Kreol. Stud. I, blz. 25), ook in ’t Negerhollandse ka kunnen schuilen. Om de bovengenoemde redenen acht ik evenwel afleiding uit kaba waarschijnliker en ik geloof dat Schuchardt, die slechts over de T. P. had te beschik- ken, na kennismaking met de teksten mij dit zal toegeven *). Ter bevestiging van de besproken etymologie kan nog dienen dat het Franskreools van ’t eiland Mauritius een soortgelijk middel heeft om een in ’t verleden voltooide handeling aan te duiden, n.1. door t partikel fine (van finir). B.v. mo fine ganté (j ’ai chanté, Bais- sac, blz. 26). Ook hier wordt het partikel verbonden met ’t werk- woord waarvan ’t afstamt: Ihére mo va fine fini causé (quand, 1’heure que, j’aurai fini de parler); dit is volkomen parallel met ka kaba. ‘) Ik zou willen vragen of het Annobomse ga, indien dit werkelik uit ca is ontstaan (Kreol. Stud. VII, blz 12, 25), niet insgelijks van acabar, natuurlik van ’t Portugese acabar, moet afgeleid...”
3

“...280 J Jacob Evert naam van een vis, Oldendorp biz. 107. Ook Afrikaans: Jakobiwert (Zie Veth, Vit Oost en West, Arnhem, 1889, biz. 154). jam(m)er medelijden, medelijden hebben, N. T. Mth. 9, 27; 9, 36. jeet eten, N. T. Mth. 12, 1. jekké paarlkoen, T. P. biz. 135. Oorsprong mij onbekend, jump, tjomp springen, G. D. blz. 35, N. T. Luc. 1, 41, 44. Ook in Nederland niet onbekend, vooral in de matrozetaal (Eng. to jump). K Kaba voltooien, Ps. blz. 153; op, G. D. blz. 56 (Pap. caba, Sp. acabar). kabaen slaapmat, G. D. blz. 61. In ’t dialekt van Aardenburg (Noord en Z/uid, II, blz. 310 vlg.) is kavaone (Fr. cabane) de ver- plaatsbare woning van een schaapherder; daaruit kan de betekenis van slaapstee ontstaan zijn. kabritta zie cabrita. kaek wang, N. T. Mth. 5, 39. kaggel veulen, N. T. Mth. 21, 2. kaj uitroep van verbazing, G. D. blz. 80. Dit tussenwerpsel komt ook in het Negerengels voor. Zie Elzeviers Maandschrift, 1904, blz. 323. kajaen Cayennepeper, G. D. blz. 57. kakketis hagedis, G. D. blz...”