1 |
|
“...blz. 79
wordt gesproken van een vlyoeel bangres, met bovenstaande Deense
vertaling. Oorsprong mij onbekend,
banvisch, gebraden vis, N. T. H. Luc. 24, 42; de Denen hebben
brand vis, de vorm waaruit vermoedelik banvisch is ont-
staan (§ 28 en § 40). ■
barbier geneesheer, N. T. D. Mth. 9, 12.
barbierman naam van een vis, Oldendorp blz. 108.
barrikad, bolwerk, N. T. H. Luc. 19, 43; barcad, T. P. blz. 138,
bargat, G. H. blz. 8 (Sp. barricada).
bateta knolgewas (Ipomoea batatas), T. P. blz. 138 (Pap. batata);
bateta-tow wortel met knollen, T. P. blz. 137.
batterie stroop, G. D. blz. 67. Oorsprong mij onbekend,
bederv vergaan, omkomen, N. T. H. Mth. 8, 25.
bedung bemesten, N. T. H. Luc. 13, 8.
beesjeet voedsel voor dieren (beesteëten), gras, G. D. blz. 75; T. P
blz. 137.
bejer bessen, G. D. blz. 65.
bespringel besprenkelen, N. T. H. Coloss. 4, 6.
bestel beschikking, recht van spreken (zie Nederl. Woordenb. i. v.),
T. P. blz. 135.
beswaarde moeite, N. T. H. Mth. 20, 12. Germanisme; de Denen
hebben...”
|
|