Your search within this document for 'alinea' resulted in one matching pages.
1

“...77 uit hetgeen ik in de vorige alinea gezegd heb: in de taal der oudste, Zeeuwse, kolonisten werd de h niet uitgesproken en dit gaf, bij ’£ aanwezig zijn van vele niet Zeeuwse Nederlanders, aanleiding tot een zeer wisselend en ongelijk gebruik, Die h is door de negers, krachtens hun eigenaardige „Anlaut”, terug- gebracht waar ze in ’t algemeen Nederlands voorkomt, maar natuurlik ook wel geplaatst waar in elk Nederlands dialekt een klinker het woord begint. De spirans waarmee de negers zulke woorden aanvingen zal wel niet precies onze h geweest zijn, doch zulke schakeringen geven de teksten natuurlik niet aan en de grammatici hebben ze niet opgemerkt of ten minste niet vermeld. Op deze wijze wordt het ook begrijpelik dat juist bij de Duitsers, die in hun orthografie veel fneer zich naar ’t geen ze van Nederlanders hoorden plachten te richten, em staat, terwijl de overtollige h’s vooral bij de meer foneties schrijvende Denen voorkomen. § 5. Wanneer we de klinkers en tweeklanken afzonderlik...”