1 |
 |
“...gesteldheid van den bodem behoort tot de taak van
het koloniaal bestuur, een algemeene uitspraak is, die in een Regeerings-
reglement als dit eigenlijk niet thuis behoort.
Het is óf een zeer algemeene uitspraak, óf het zou binden om terstond
een organisatie in het leven te roepen om den bodem van Suriname
systematisch te onderzoeken en dat zou een taak zijn die van zeer
grooten omvang zou worden.
De hoogleeraar Martin, op wien de heer van Kol zelf zich beriep,
heeft verklaard dat daarvoor een groote stat van ambtenaren en een
veel tijd en geld eischend onderzoek noodig zou zijn. De Commissie
ontkent evenwel geenszins dat mineralogische onderzoekingen in Suriname
niet mogen verwaarloosd worden.
Verder wordt in de tweede alinea bepaald, dat er voorschriften zullen
worden uitgevaardigd voor het verleenen van mijnbouw- en landbouw-
ondernemingen. De meerderheid van de Commissie meent dat het misschien
nuttig kan zijn om in het Regeeringsreglement de verplichting vast te
leggen, dat er een koloniale...”
|
|