1 |
|
“...vader Cats, en hoe daarin ook een man voorkomt dien
men kleederen aantrok welke hem niet pasten. Ook voor den man kunnen
kleederen worden vervaardigd, die hem hinderlijk zijn. Ik besluit daarom
met de opmerking voorkomende in het gedicht van Cats over den man
met het flodderkleed, die mij op deze voordragt allezins toepasselijk
voorkomt:
„dat cd wat na dm eysch niet aan de leden past,
„en is maar ongemaek en niet als enckel last."
De heer Rochussen op 10 Mei: Het is bekend dat ik geen voor-
stander ben van overdreven of overijlde invoering van Westersche
begrippen in Oost-Indie. Maar nu wil ik verklaren dat ik nog veel
minder een voorstander ben van de invoering van Oostersche begrippen
in het Westen. Ik verlang niet dat Suriname autokratisch worde gere-
geerd. Ik verlang dat de belanghebbenden bij die koloniën mede worden
gehoord niet alleen, maar dat zij, gelijk wij in Holland vroeger pleegden...”
|
|