1 |
|
“...ook
ten sterkste verzetten tegen dit voorstel. De Gouverneur van Suriname
is dat met haar volkomen eens. Hij schrijft, naar aanleiding van het
Voorloopig Verslag, het volgende daaromtrent: „Het door de ver-
schillende leden aangehaalde refuteert zich zelf. Trinidad en Demerary
aan de eene zijde, Jamaica aan de andere, terwijl het ontwerp der
Regering tusschen beide ligt. Noch het oude stelsel van Demerary,
bepalende dat men om lid van den raad te worden grondeigenaar zijn
en minstens 40 akkers bona fide in cultuur hebben moet, noch de
vrije verkiezing van Jamaica; maar een middenweg die niemand uitsluit,
dewijl men te regt begrepen heeft dat een koopman, een industrieel,
een bezitter van andere vaste eigendommen, evenveel belang bij de
koloniale huishouding heeft, als een landbouwer of plantage-eigenaar”.
Ik herhaal dus dat de Regering zich in geen geval bij dit amendement
kan nederleggen.
De heer Mijer: De bedenking, die door den geaehten afgevaardigde
uit ’sGravenhage, den heer van Zuylen...”
|
|