Your search within this document for 'zag' resulted in three matching pages.
1

“...HET EILAND CURASAO 21 Spaansch punta —verpapiamentscht tot Poenda, is de naam geworden van de geheele oude vestiging langs de Sta Annabaai, tot het Waaigat. Van Walbeeck liet direct aan de Punt een bolwerk opwerpen, maar zag in dat een waardevolle versterking geheel uit steen zou moeten worden opgemetseld en liet op 8 Maart 1635 een aan vang maken met den bouw van een vijfhoekig fort aldaar, met bastions aan de hoekpun- ten. Hierin werd nog vóór het einde des jaars vrijwel de geheele mi- litaire macht samengetrokken. Het fort Amsterdam, of de hoofdforteres, werd naar de ge- woonte dier tijden tevens de zetel van het bestuur; hier werden de landskantoren, de kerk, enz. gevestigd. Wat zich daarbuiten, naar het Noorden toe, ontwikkelde als woonplaats van particuliere kolonisten en als handelskwartier werd in het midden der XVIIe eeuw, naar een der vorsten uit het Huis van Oranje, de Willemstad genoemd, een stadje dat door muren was omringd. Eerst in 1932 kreeg het geheele bebouwde gebied in...”
2

“...emplacement op Cura9ao kan niet worden besloten zonder melding te maken van den overval in den avond van 8 Juni 1929, toen de Venezolaan Rafael Simón Urbina, met een handvol slecht gewapende volgelingen, gerecruteerd uit zijn op het eiland ver- toevende landgenooten, in het Waterfort wist binnen te dringen — waar op dat oogenblik een veertigtal Nederlandsche militairen aanwezig waren — en zich wist meester te maken van de sterkte, met den zich daarin bevindenden voorraad wapenen en ammunitie. Urbina zag zijn eisch van vrijen aftocht, met zijn manschappen en het vermeesterde wapentuig, door den Gouverneur L. A. Fruytier (1928—1929) inge- willigd, in verband waarmede pogingen om het fort te hernemen — er waren daar buiten nog circa honderd man van het garnizoen op vrije voeten — of op andere wijze tegen de Venezolanen op te treden, werden nagelaten. Het toegeven aan Urbina’s ultimatum is later door de ver- antwoordelijke autoriteiten gemotiveerd geworden, als het eenige mid- del om plundering en...”
3

“...plantages be- droeg destijds 90. Tot op laatstgenoemd tijdstip was suiker de waardemeter geweest, een stelsel dat wij ook in onze Nederlandsche koloniën in de XVIIe eeuw hebben gekend, t.w. in die op het vasteland van Zuid-Amerika; na 1688 werden op St. Thomas de koopmansboeken in geldswaarde ge- houden. De financieel zeer onbevredigende gang van zaken bij de Deensche W. I. Comp, deed haar in 1690 besluiten St. Thomas te verhuren aan een Noorsch koopman, George Thormöhlen van Bergen, wiens ge- zag het volgende jaar op het eiland werd ingesteld. Reeds in 1689 had de Compagnie haar bezit op de kust van Afrika aan een anderen par- ticulier in huur gegeven. Tot gunstige resultaten leidden deze transac- ties niet; reeds in 1694 werd St. Thomas, in 1698 de factorij in Afrika, weder onder Compagniesbestuur gebracht. Intusschen was de positie der Compagnie opnieuw geregeld bij het octrooi van 1697, dat zoowel in de occupatie van St. Thomas voorzag — evenals van St. John en eventueel andere eilanden...”