1 |
|
“...vrijwel de geheele mi-
litaire macht samengetrokken.
Het fort Amsterdam, of de hoofdforteres, werd naar de ge-
woonte dier tijden tevens de zetel van het bestuur; hier werden de
landskantoren, de kerk, enz. gevestigd. Wat zich daarbuiten, naar het
Noorden toe, ontwikkelde als woonplaats van particuliere kolonisten
en als handelskwartier werd in het midden der XVIIe eeuw, naar een
der vorsten uit het Huis van Oranje, de Willemstad genoemd,
een stadje dat door muren was omringd. Eerst in 1932 kreeg het geheele
bebouwde gebied in het eerste of stadsdistrict officieel den naam
Willemstad.
In 1666 deed zich de vraag voor of het eiland, niettegenstaande de
sterke positie aan den havenmond, wel met succes tegen een vijande-
lijke zeemacht zou kunnen worden verdedigd; de Directeur Matthias
Beck (1664—1668) betwijfelde het, vooral met het oog op de onvol-
doende drinkwatervoorziening binnen de versterkingen. Ook later zou
blijken dat het grootste gevaar voor het droge eiland, met zijn geringe
eigen productie...”
|
|
2 |
|
“...buiten woon-
den hielden er huisonderwijzers op na. Heeren Bewindhebberen waren
tegenstanders van particulier onderwijs, als strekkende dit „ter pre-
judicie" van den Compagnies schoolmeester, doch Rodier wist hun te-
genstand te overwinnen en onder zijn bestuur kwam een behoorlijke
voorziening tot stand — voor de kinderen der burgers wel te verstaan,
de slaven telden niet mee — d.w.z. dat, behalve de Compagme’s school
in het fort, vier particuliere scholen werden toegestaan, waarvan een in
de Willemstad.
Het eerste kerkgebouw in het fort, uit de XVIIe eeuw, dat al eens
door een ander was vervangen, voorzag in 1751 niet meer op voldoende
wijze in de behoefte. Een plan tot verbetering van 1763 werd door
den Hollandschen architect Hendrik Hamer uitgevoerd, waardoor de...”
|
|
3 |
|
“...medestander — om hem in vrijheid te kunnen stellen; niet min-
der ernstig dat de bende de gelegenheid heeft gekregen om met aan het
Rijk der Nederlanden toebehoorende wapenen uitgerust, een aanslag te
gaan plegen in een met ons land be vrienden staat.
De buitenwijken.
Met de bebouwing van Pietermaai — dat genoemd zou zijn
naar zekeren Pieter de Mey — is een aanvang gemaakt onder het
bewind van den Directeur Jan Doncker (1673—1679). Bij de actie der
Franschen in Maart 1673 naderde de vijand de Willemstad vanaf
den berg A11ena en het Steenen Pad, thans Pietermaai-
weg. Tot een aanval is het toen niet gekomen; de Franschen trok-
ken — om onbekend gebleven redenen — weder af en verlieten met
him vloot het eiland.
Vooral Scharlo is de woonplaats geworden der welgestelde Joden
op Curasao. Reeds bij de komst der Hollanders — onder twee aanvoer-
ders die beide in Brazilië hadden gediend — moet er onder hen een Por-...”
|
|
4 |
|
“...West-
zijde af wilde aantasten, zich in Otrabanda zou kunnen nestelen; de
Franschen hebben in genoemd jaar een mortier opgesteld aan den
Rooden weg, om Willemstad, het fort en de schepen in de haven
te beschieten. De vrouwen en kinderen moesten toen aan het Steenen
Pad in tenten worden ondergebracht.
Aan het Rif stond oudtijds het schavot (Galgenveld) en hier werden
in 1729 de zeeroovers opgehangen, die men had gevangengenomen na-
dat hun schip bij de Caracasbaai was gestrand. Ook de vonnissen der
veroordeelden na de slavenoproeren van 1750 en 1795 werden hier vol-
trokken.
Onder Juan Pedro van Collen verkreeg een zekere Roelof Cales octrooi
om aan de Overzijde een graanmolen op te richten; het tegenwoordige
Molenplein ontleent aan dit bedrijf zijn naam.
In het midden der XVIIIe eeuw was de Overzijde reeds meer „be-
timmerd” dan de Willemstad en stonden er op Pietermaai en Scharlo
reeds verscheidene huizen. Bewindhebberen in Patria echter achtten al
die bebouwing der buitenwijken „prejucidiabel”...”
|
|