Your search within this document for 'tal' resulted in four matching pages.
1

“...verdeeld, telt ongeveer46000 inwoners en beslaat een oppervlakte van ruim 800 h.a. Langs de rivier gemeten heeft de stad een lengte van 4 k.m. Niet ver daarbuiten wonen de afstammelingen van de kolonisten van 1845, de Hollandsche Boeren. Na Paramaribo zijn van belang het plaatsje Nieuw-Nickerie in het district Nickerie *■) (tegenover de Engelsche kolonie) met ongeveer 3500, Totness in Coronie * 2 *) met ongeveer 800, Albina in het Marowijne-dis- trict *) tegenover de Fransche kolonie met een 300-tal inwoners. Sedert de vestiging van de bauxietnijverheid aan de Cottica is het plaatsje Moengo4) verrezen, door Amerikanen aangelegd en een belangrijk mijncentrum. De voornaamste vestigingen dragen echt Nederlandsche namen als Nieuw-Amsterdam aan de samenvloeiing van Commewijne en Surina- me, Domburg aan de Suriname, Groningen aan de Saramacca, Ephrata aan de Cottica, terwijl ook de plantages karakteristieke Nederlandsche namen dragen of Engelsche en Fransche, die aan de Engelsche koloni- satie en...”
2

“...werd. Daar was de zetel van het Be- stuur. Sedert 1632 was de kolonie onder rechtstreeksch beheer van de Kamer van Zeeland, die zich in 1657 daarvan wilde ontdoen, omdat zij niet genoeg voordeel opleverde. Zoo kwam zij onder patronaat van de Staten van Zeeland onder bestuur van de steden Middelburg, Vlissingen en Vere. „De nieuwe Colonie op Isekepe” noemde men Nova Zeelandia. De Compagnie bezat daar de plantages De Fortuin, Poelwijk, Nieuw Middelburg, Duinenburg of Tuinenburg, De Vrijheid. Voorts tal van cassavegronden en broodtuinen. Men won suiker, letterhout, balsem copaive, en verfstoffen, welke met retourladingen naar Nederland wer- den gezonden. De eerste koffie werd in 1722 geplant. In 1718 werd de zetel van het bestuur naar Cartabo in de onmiddellijke nabijheid ver- plaatst, op de landtong tusschen de Cayouni en Mazaruni gelegen. Uit een deskundig onderzoek van den bouwval van Fort Kijkoveral is in 1910 gebleken, dat het van Hollandschen oorsprong was, waaraan her- haaldelijk was getwijfeld...”
3

“...Vlaggeneüand, later Fort eiland genaamd. Van dit fort staat nog de bouwval. De Hollandsche kerk op dat eiland is in handen van de Anglicaansche kerk x) overge- gaan. De Directeur-Generaal van Essequebo en onderhoorige rivieren, Lau- rens Storm van 's Gravesande werd de grondlegger van de kolonie De- merary, waarover later. De vestiging in Berbice had plaats onder Abraham van Pere * *), een aanzienlijk koopman uit Vlissingen en Bewindhebber der W.I. Comp. ter Kamer van Zeeland, die zich met een 60-tal coloniers (40 mannen en 20 jongens) in Juli 1627 aan boord van de „De Arend” en „De Hazewind” inscheepte. Deze onderneming leidde tot het vestigen van een blijvende kolonie in het meest oostelijke deel van het land, dat door de Corantijn van Suriname gescheiden was. Onmiddellijk na het bezetten van de kolonie bouwde men op den oostelijken oever der ri- vier, ongeveer 12 geografische mijlen van haar monding, een fort, om zich tegen de aanvallen der Indianen te beschermen. Deze versterking, later...”
4

“...HET EILAND TOBAGO Dit eiland werd in 1498 door Columbus ontdekt, die het Asunción noemde (15 Augustus). De Engelschen beweren dat reeds tijdens de re- geering van Koningin Elizabeth — en wel in 1580 — hun vlag hier werd geplant. Omstreeks 1625 deden Engelschen een poging tot kolonisee- ring, in 1632 ren 200 tal Zeeuwen; beide pogingen faalden, de Span- jaarden van Trinidad en de Indianen verwoestten de vestigingen en vermoordden de kolonisten. Daarna verschenen Koerlanders op het eiland en wederom Engelschen. Courland Bay herinnert aan het verblijf der Baltische landverhuizers. In 1642 zond Hertog Jacob van Koerland wederom een expeditie uit — ditmaal met de hulp van Zeeuwen en onder een Compagnie’s dienaar, die in Brazilië werkzaam was geweest — welke echter evenmin tot een geslaagde vestiging leidde; op enkelen na werden de kolonisten door Indianen van St. Vincent ver- moord. Kort na het midden der XVIIe eeuw werden kolonisatiepogingen ge- daan door den Hertog van Koerland en door Vlissinger...”