1 |
|
“...wereldstad New York te
worden, bracht de vrede van Breda in 1667 de volksplanting Suriname,
op de noordkust van Zuid-Amerika welke van oorsprong een Engelsche
kolonie was, aan Nederland en met enkele tusschenpoozen is zij niet
alleen aan Nederland gebleven, maar even vemederlandscht als New
York is verengelscht.
De noordkust van Zuid-Amerika, de kust van Guyana, werd eertijds
ook de Wilde kust geheeten. Aanspraak op haar ontdekking maakte
Cabeliau1), in wiens rapport op 3 Februari 1599 aan de Staten-Generaal
aangeboden, de oudste Nederlandsche bron, de naam Suriname voor-
komt, die evenals haar tegenwoordige hoofdstad Paramaribo, onge-
twijfeld van Indiaanschen oorsprong 2) is. Het land ontleent zijn naam,
als gebruikelijk in de Guyana's, aan de gelijknamige rivier, die, evenals
de andere groote rivieren, het land van zuid tot noord doorsnijden. Dat
zijn de Marowijne, Tapanahoni, Saramacca, Coppename, Nickerie en
Corantijn. Alleen de Cottica loopt van West naar Oost.
Spanjaarden die het...”
|
|
2 |
|
“...dat later in Fort
eiland werd herdoopt. Hooger op, aan de samenvloeiing van de Esse-
quebo, Mazaruni en Cayouni, stichten de Zeeuwen op een eilandje een
fort, dat zij om de beheerschende ligging Fort „Kijkoveral” noemden,
welke de hoofdplaats der kolonie werd. Daar was de zetel van het Be-
stuur. Sedert 1632 was de kolonie onder rechtstreeksch beheer van de
Kamer van Zeeland, die zich in 1657 daarvan wilde ontdoen, omdat zij
niet genoeg voordeel opleverde. Zoo kwam zij onder patronaat van de
Staten van Zeeland onder bestuur van de steden Middelburg, Vlissingen
en Vere. „De nieuwe Colonie op Isekepe” noemde men Nova Zeelandia.
De Compagnie bezat daar de plantages De Fortuin, Poelwijk, Nieuw
Middelburg, Duinenburg of Tuinenburg, De Vrijheid. Voorts tal van
cassavegronden en broodtuinen. Men won suiker, letterhout, balsem
copaive, en verfstoffen, welke met retourladingen naar Nederland wer-
den gezonden. De eerste koffie werd in 1722 geplant. In 1718 werd de
zetel van het bestuur naar Cartabo...”
|
|
3 |
|
“.... Toen
de oude W.I. Comp. ontbonden was en 1 Jan 1675 de nieuwe W. I.
Comp., in haar plaats was getreden, ontstond er verschil van opvatting
omtrent de verhouding van Berbice tot dat nieuwe handelslichaam. Na
langdurig getwist werd ingevolge de resolutie van 14 Sept. 1678 de ko-
lonie van Rio Berbice door de W.I. Comp., met toestemming van de
Staten-Generaal, opnieuw aan den heer Abraham van Pere en zijn na-
komelingen, als een onsterfelijk erfleen, afgestaan, welke bepaling op
14 Dec. 1703 werd vernieuwd.
De Sociëteit van Berbice werd in 1720 gevormd, een maatschappij op
aandeelen, bestuurd door 7 Directeuren, resideerende te Amsterdam.
De Staten-Generaal verleenden op 6 December 1732 een nieuw octrooi.
Het aantal sodeteitsplantages bedroeg toen 12, alle aan de rivier Ber-
bice gelegen. Hun namen waren De Dageraad, De Goede Hoop, De
Berg, (later Johanna genaamd), West-Souburg, Vlissingen, Cornelia
Jacoba (bij den ingang der Wironje kreek), de Peereboom, De Markey,
Hardenbroek, Oost-Souburg...”
|
|
4 |
|
“...gezagsdrager.
Het bestrijden van zeeroof was in de XVIIe eeuw een voornaam deel
der taak van den Gouverneur en Kapitein-Generaal der Leeward Is-
lands ; toen onder het bestuur der broeders Esmit over St. Thomas (1679
—1682) dit eiland berucht was als zeerooversnest, stonden de Leewards
onder Sir William Stapleton, ook in de geschiedenis onzer Nederland-
sche Bovenwindsche Eilanden bekend.
Van welk belang het tegenwoordig onbeteekenende eilandje Tortola
geacht werd in de dagen toen Europeesche staten elkander in West-
Indië trachtten te verdringen, kan blijken uit de vruchteloos gebleven
poging van den Keurvorst van Brandenburg van 1695 om er het bezit
van te verkrijgen.
Tortola ligt op slechts 20 minuten afstands, per roeiboot, van
St. John en toen op het Deensche eiland in 1733 een gevaarlijk slaven-...”
|
|