1 |
 |
“...22
DE BENEDEN- EN BOVENWINDSCHE EILANDEN
scheiden — op Curasao was geland en de stad van af de overzijde liet
beschieten, deed zich de moeilijkheid voor dat het fort geen bomvrije
schuilplaats bezat voor de non-combattanten. De Directeur Jeremias
van Collen (1711—1715) wijdde zijn aandacht aan de verdedigingswer-
ken; de hoofdforteres werd versterkt met een retranchement en een
batterij van vier stukken. De forteres zelf was oud en bouwvallig. Ook
onder Juan Pedro van Collen (1731—1738) werd met de hulp van met-
selaars uit het moederland eenig herstellingswerk uitgevoerd. Een eigen-
aardige regeling van die dagen was dat herstellingen aan den stads-
muur, de wachthuizen, enz. werden bekostigd uit de defensiekas; de
aanzienlijken — uit wier midden ook de burgercommandant werd ge-
kozen — konden hun wachtdiensten afkoopen en wat er na betaling
van gehuurde plaatsvervangers overbleef, kwam ten goede aan het hier-
boven bedoelde onderhoud.
Intusschen was er van de plannen van 1735, althans...”
|
|
2 |
 |
“...Rijk der Nederlanden toebehoorende wapenen uitgerust, een aanslag te
gaan plegen in een met ons land be vrienden staat.
De buitenwijken.
Met de bebouwing van Pietermaai — dat genoemd zou zijn
naar zekeren Pieter de Mey — is een aanvang gemaakt onder het
bewind van den Directeur Jan Doncker (1673—1679). Bij de actie der
Franschen in Maart 1673 naderde de vijand de Willemstad vanaf
den berg A11ena en het Steenen Pad, thans Pietermaai-
weg. Tot een aanval is het toen niet gekomen; de Franschen trok-
ken — om onbekend gebleven redenen — weder af en verlieten met
him vloot het eiland.
Vooral Scharlo is de woonplaats geworden der welgestelde Joden
op Curasao. Reeds bij de komst der Hollanders — onder twee aanvoer-
ders die beide in Brazilië hadden gediend — moet er onder hen een Por-...”
|
|
3 |
 |
“...62
DE BENEDEN- EN BOVENWINDSCHE EILANDEN
Vlissinger Benjamin Raule, had reeds sedert 1679 pogingen aangewend
om een Brandenburg-Afrikaansche compagnie tot stand te brengen. In
1686 werd de Brandenburgsche factorij op St. Thomas opgericht; het
kapitaal der Brandenburgsche compagnie was grootendeels Neder-
landsch, hare bedienden zullen wel Nederlanders zijn geweest en de boe-
ken werden op St. Thomas in het Nederlandsch gehouden, zooals in 1688
bleek. Van de 103 Europeesche gezinnen, in laatstgenoemd jaar op St.
Thomas gevestigd, waren 63 Nederlandsche; het aantal plantages be-
droeg destijds 90.
Tot op laatstgenoemd tijdstip was suiker de waardemeter geweest,
een stelsel dat wij ook in onze Nederlandsche koloniën in de XVIIe
eeuw hebben gekend, t.w. in die op het vasteland van Zuid-Amerika;
na 1688 werden op St. Thomas de koopmansboeken in geldswaarde ge-
houden.
De financieel zeer onbevredigende gang van zaken bij de Deensche
W. I. Comp, deed haar in 1690 besluiten St. Thomas te verhuren...”
|
|