Your search within this document for 'dam' resulted in three matching pages.
1

“...de Cayouni en Mazaruni gelegen. Uit een deskundig onderzoek van den bouwval van Fort Kijkoveral is in 1910 gebleken, dat het van Hollandschen oorsprong was, waaraan her- haaldelijk was getwijfeld 8). Een nieuwe commandeurswoning, het Huis „Nabij” 4), werd gebouwd (om de nabijheid van het fort Kijk Overal) en x) De familie Van Borsselen van der Hooge bestond uit voorname edelen en magistraats- personen in Zeeland. a) De vergadering van Tienen bestond uit 4 bewindhebbers van de Kamer van Amster- dam, 2 van Zeeland, 1 van de Maas, 1 van het Noorderkwartier, 1 van Stad en Lande en 1 vanwege de Staten-Generaal. *) Neerlandia, April 1931, blz. 55. *) De machtiging daartoe gaf de vergadering van Tienen in October 1719....”
2

“...het Venezolaansch-Nederlandsche incident de aanwezigheid op Cu- rasao vereischte van een aantal bodems der Koninklijke Marine. Tot de beteekenis van Curasao is het Schottegat vooral gaan bijdra- gen sedert de oprichting der olieraffinaderij van de Bataafsche Petro- leum Maatschappij, die zich in 1916 op het schiereiland van Asiento vestigde. Spoedig verkreeg deze onderneming ook den eigendom van het achterliggende terrein, van Valentijn, van het eiland Negro- p o n t, dat met Asiento door een dam werd verbonden, van verschil- lende andere plantages aan het Schottegat en eindelijk ook van ter- rein aan de St. Annabaai. In 1929 kreeg het complex Asiento—Negropont—Valentijn den naam E m m a s t a d, ter eere van H. M. de Koningin Moeder, wier komst in Nederland, een halve eeuw vroeger, in genoemd jaar werd herdacht. In den volksmond heeten zoowel het bedrijf zelf als de vestigingsplaats de Isla. P o e n d a. Onmiddellijk na de in bezitneming van Curasao begrepen de leiders der expeditie van...”
3

“...DE EILANDEN ST. THOMAS, ST. CROIX EN ST. JOHN 61 volger — Hans Nansen — was een Deen, maar een die zich in Amster- dam in de theoretische zeevaartkunde had bekwaamd. Nadat in 1670 Christiaan V aan de regeering was gekomen, werd in 1671 de 'Deensche W. I. Compagnie opgericht; de eerstgenoemde Hans Nansen was een der directeuren, een ander was de Nederlandsche koopman Gabriel Marselis. De Compagnie — die vergunning kreeg om St. Thomas en eventueel andere onbezette Westindische eilanden te koloniseeren — was vrijwel geheel naar het model der Nederlandsche compagnieën georganiseerd; haar monopolie met betrekking tot de vaart werd gewaarborgd door de bepaling dat de Koning geen zeebrieven zou uitgeven aan buitenstaan- ders. Een verschilpunt was dat aan de Deensche Compagnie bevordering der blanke kolonisatie van overheidswege werd toegezegd; de pogingen evenwel om de planters aan werkkrachten te helpen door de uitzending van arbeiders onder persoonlijk dienstverband en van veroordeelden, vagebonden...”