| 1 |
 |
“...INHOUD
Biz.
F. Oudschanz Dentz, De Guyana’s.
Suriname................................................... 3
Britsch Guyana............................................... 8
W. R. Menkman, De beneden- en bovenwindsche eilanden.
Het eiland Cura9ao.......................................... 17
Het eilandje klein Curasao.................................. 32
Het eiland Aruba............................................ 34
Het eiland Bonaire.......................................... 38
Het eiland Sint Eustatius . . .............................. 42
Het eiland Sint Martin (Nederlandsch gedeelte).............. 49
Het eiland Saba............................................. 55
Het eiland Tobago........................................... 58
De eilanden St. Thomas, St. Croix en St. John (Virgin
Islands U.S.A.) .................................... . 60
Het eiland Tortola (Britsch Virgin Islands)................. 66 ^...”
|
|
| 2 |
 |
“...van de volksplanting in Noord-Ame-
rika: Nieuw Nederland met Nieuw Amsterdam, dat voorbestemd was
om een der machtigste rijken met de grootste wereldstad New York te
worden, bracht de vrede van Breda in 1667 de volksplanting Suriname,
op de noordkust van Zuid-Amerika welke van oorsprong een Engelsche
kolonie was, aan Nederland en met enkele tusschenpoozen is zij niet
alleen aan Nederland gebleven, maar even vemederlandscht als New
York is verengelscht.
De noordkust van Zuid-Amerika, de kust van Guyana, werd eertijds
ook de Wilde kust geheeten. Aanspraak op haar ontdekking maakte
Cabeliau1), in wiens rapport op 3 Februari 1599 aan de Staten-Generaal
aangeboden, de oudste Nederlandsche bron, de naam Suriname voor-
komt, die evenals haar tegenwoordige hoofdstad Paramaribo, onge-
twijfeld van Indiaanschen oorsprong 2) is. Het land ontleent zijn naam,
als gebruikelijk in de Guyana's, aan de gelijknamige rivier, die, evenals
de andere groote rivieren, het land van zuid tot noord doorsnijden. Dat...”
|
|
| 3 |
 |
“...verovering van het houten Willoughby-fort, dat van toen
af de naam van Fort Zeelandia zou dragen tot den huidigen dag.
Meer dan twee en een halve eeuw in bezit van Nederland (met enkele
tusschenpoozen) neemt dit bijna vijf malen grootere gebiedsdeel toch
een bescheiden plaats in het groote vasteland van Zuid-Amerika in
tusschen landen als Argentinië, Brazilië, Chili, Peru, Venezuela en deelt
zij dit lot met haar naburen, de beide andere Guyana’s: Britsch Guyana
— eertijds de Nederlandsche koloniën Demerary, Essequebo en Berbice
— en Fransch Guyana of Cayenne.
In dat groote gebied, waarin ruim 150 000 menschen wonen, is
slechts een zeer klein gedeelte in cultuur, nog geen 250 k.m*. zoodat
99,8% van het land uit woeste en onbebouwde gronden bestaat en uit
ondoordringbare bosschen. Slechts langs sommige punten van de kust-
streek en langs de oevers van de voornaamste rivieren is het land be-
bouwd en liggen de 60 groote landbouwondernemingen (plantages)
welke nog over zijn van de vele honderde,...”
|
|
| 4 |
 |
“... van Greenwich en 2° tot 6°
noorderbreedte. De grenzen zijn nog niet juist afgebakend. Wat de
oostelijke grens betreft, is nog niet uitgemaakt of de Itanie, dan wel de
Marowijne de voortzetting van de Lawa is, zoodat nog geen zekerheid
bestaat of het daartusschen gelegen gebied tot Suriname, dan wel tot
Fransch Guyana behoort.
In het westen verdeelt de Corantijn zich in de Coerini en de Nieuwe
rivier. In 1843 nam men aan, dat de Coerini de voortzetting van de Co-
rantijn was. De Nieuwe rivier werd in 1871 ontdekt. Engeland be-
schouwt de Coerini als grensrivier en derhalve de geheele driehoek tus-
schen Accarigebergte, Coerini en Nieuwe rivier als grondgebied van
Britsch Guyana. Ofschoon deskundigen al sedert een derde van een
eeuw op de rechtmatige aanspraken van Nederland op dit betwiste ge-
bied hebben gewezen en de laatste onderzoekingstocht naar het binnen-
land, in 1925, duidelijk heeft aangetoond dat de voortzetting van de
Corantijn de Nieuwe rivier is, heeft de Nederlandsche regeering...”
|
|
| 5 |
 |
“...BRITSCH GUYANA
De drie voormalige Nederlandsche koloniën Demerary, Esseqnebo en
Berbice, die bij het verdrag van Londen in 1814 voor goed aan Groot-
Brittannië kwamen en voor Nederland — met Kaap de Goede Hoop en
Ceylon — verloren gingen, vormen thans één kolonie, Britsch Guyana
geheeten, over welke vereenigde koloniën de Lt Gouverneur van De-
merary en Esseqnebo Sir Benjamin D’Urban op 21 Juli 1831 tot Gou-
verneur werd benoemd, met den titel van: „Governor and Commander-
in-Chief- in and over the Colony of British Guiana, comprising the colo-
nies of Demerara, Esseqnebo and Berbice, and their dependencies;
Vice-Admiral of the same Colony, etc.”
De voormalige Nederlandsche koloniën zijn thans „counties” van
Britsch Guyana. De oudste vestiging van Nederlanders in het tegen-
woordige Britsch Guyana was in de kolonie Pomeroon, het meest
westelijke gedeelte van het land. Bij bovenaangehaalde koloniën
wordt zij niet meer genoemd, aangezien zij als afzonderlijke kolonie
had opgehouden te bestaan...”
|
|
| 6 |
 |
“...BRITSCH GUYANA
9
landia eenige mijlen hoog op de rivier, van het vlek Nieuw Middelburg
en van het Huis ter Hooge * 1), welke vestigingen nimmer geheel zijn vol-
tooid.
Na de plundering door een Fransch kaper op 30 April 1689 besloot de
vergadering van Tienen 2 *), in haar zitting van 15 November 1689 die
kolonie op te geven en er slechts drie man met een Compagniesvlag
achter te laten, terwijl de nog overgebleven compagniesgoederen naar
Essequebo werden overgebracht.
Toen in 1621 de West-Indische Compagnie werd opgericht was Ise-
kepe, zooals men de kolonie Essequebo destijds noemde, reeds
een gevestigde kolonie, waarover in 1624 als de eerste Commandeur
werd benoemd, Jacob Canyn. De Essequebo, de grootste rivier in
Britsch Guyana, werd door Bleau de „nobilissimus fluvius” genoemd en
ontleent zijn naam aan een der officieren van Columbus, Don Juan
Essequibel. Sir Walter Raleigh noemde haar Dessekeber, de Zeeuwen
Isekepe. Talrijke eilanden liggen in de rivier en aan de monding, waar-
van...”
|
|
| 7 |
 |
“...BRITSCH GUYANA
11
varen”. Talrijke plantages, aan vrije Coloniers toebehoorende, lagen nog
aan de Berbice, de Canja rivieren en Wironje kreek, waaraan de Mora-
vische Broeders in 1749 — Hermhutters — een zendingspost „Pilger-
hut” vestigden en waar een protestantsche kerk was. Omstreeks 1745
legde gouverneur Johan Andries Lössner aan den mond van de Canja
een redoute of batterij aan Fort St. Andries en in 1751 werd op
last der Directie de z.g. brandwacht of redoute Samson, halverwege
tusschen het Krabben eiland en fort Nassau, versterkt. In het laatst der
18de eeuw werd fort Nassau verlaten en de stad Nieuw-Amsterdam tus-
schen 1785 en 1790 naar de monding der rivier verplaatst, naar de plan-
nen van Ingenieur Herlin, waar zij thans als New Amsterdam bekend is.
Posthouders of Uitleggers waren in het binnenland gevestigd om met
de Indianen geregelde handelsbetrekkingen te onderhouden (gewoon-
lijk waren zij gewezen soldaten).
Een goeden naam heeft Berbice lange jaren niet gehad. Gevoegd...”
|
|
| 8 |
 |
“...BRITSCH GUYANA
13
(van 1796—1802) en weer Nederlandsch (1802—1803) om voor goed in
1803 onder Engelsch bestuur te komen. Bij de samenvoeging van De-
merary en Essequebo in 1812 werd tot hoofdstad der vereenigde kolonie
Demerary, Stabroek als hoofdstad aangewezen en ter eere van den Ko-
ning van Engeland in Georgetown verdoopt. Ten slotte werd in 1831
ook aan het zelfstandig bestaan van Berbice een einde gemaakt en deze
kolonie met Demerary vereenigd onder den naam van British Guiana.
Literatuur. Geschiedenis van de koloniën Essequebo, Demerary en Berbice, door P. M.
Netscher, 1888.
British Guiana, Handbook prepared under the Direction of the Historical Section
of the Foreign Office, 1920.
British Guiana, British Empire Exhibition Wembley, 1924.
The Story of Georgetown, door James Rodway, 1920.
Papers relating to the Preservation of Historic Sites and Ancient Monuments and
Buildings in the West-Indian Colonies. Colonial Reports. No. 84. (Cd. 6428)....”
|
|