| 1 |
 |
“... Doch daar Curasao bekend is
wegens de droogte en den weinigen regen, die er valt, zoo
kunnen de zoutgaarders wel rekenen, dat zij van de 20
jaren, 19 goede hebben. In 18BB was het een mislukte
zout-oogst, toen hel bijna onophoudelijk en zwaar regende,
ook de mais slaagde niet, want voor deze was de regen
te zwaar geweest. Hel zout, dat eerst uit de pannen
wordt gegaard, en op een hooger liggend gedeelte grond
Wordt opgestapeld en als in elkander vast groeit, wordt
met ezels, welke ieder twee zak dragen, of ligt men wat
ver van de stad af, met kleine schepen, naar de stad...”
|
|
| 2 |
 |
“...116
niet en blijft te huis. Wat men nu van het karakter der
kleurlingen, der slaven in het bijzonder opgeeft, is niet zoo
kwaad. Zij zijn over het algemeen stil, onderworpen, vre-
delievend. Werkzaamheid kan hun niet worden ontzegd,en
met te meer lof moet men er nog van spreken, als men
weet dat het eene gedwongene fraaijigheid is, en hunne
grootste, soms geheele, verdiensten in de zak van een ander
gaan en dat zij voor al hun zwoegen en slaven slechts een
sober voedsel en geringe kleedingstukken bekomen. Is het te
verwonderen, dat er zijn (en er zijn er nog al wat) die zoo
weinig mogelijk uitvoeren, en dal vooral de dienstmaagden
(gewoonlijk slavinnen, weinige vrijen) de huismoeders wat
veel stof tot klagten geven! Het klimaat brengt het dan ook
mede, dat die fierheid, die voortvarendheid, die ijver, die
men bij de werklieden in Holland zoo zeer ziet en prijst,
hier veel wordt gemist; al hoewel ik er dagelijks zie, die
den geheelen dag door in het brandende der zon, onver-
poosd bezig...”
|
|