1 |
|
“...neemt volstrekt géén ambacht waar. Ja, koopman of ree-
der te zijn, op het kantoor te zitten, of vóór het kan-
toor op de straat, als de zon niet te veel steekt; de werk-
zaamheden van een plantaadje eens of tweemaal per dag of
per week in oogenschouw te nemen, Gouvernementsambte-
naar te zijn, dat zijn die bezigheden voor welke de blanke
en naar het blanke zweemende bevolking zich geschikt acht.
Weinigen onder hen zult gij er zien, en dan moet de ar-
moede er hen wel zeer toe dwingen, die het vak van schoen-
maker of kleedermaker uitoefenen, hel goud- en zilversme-
den staal meer in achting, waarschijnlijk omdat dit edele...”
|
|
2 |
|
“...in den waan
verkeert, dat er geen brand kan ontstaan.
Zoo was dan hetgeen met zooveel moeite en kosten was ge-
sticht, door de vlammen verleerd. Wel waren de naakte
muren van het kerkgebouw blijven staan, maar de Luther-
sche gemeente, zooals allen op Curasao, sedert eene halve
eeuw zeer in tijdelijke middelen achteruitgegaan, was niet
in staat om nieuwe fondsen bij elkander te brengen, ten
einde haar kerkgebouw weder op te trekken. Het bleef dus
in puin liggen en is nog heden ten dage een open vak of
koraal, waarvoor nog het overblijfsel van een poort met
hekwerk staat, hetgeen gediend had om toegang tot de kerk...”
|
|