1 |
|
“...ziet men eene gemakkelijke soort van hangmatten,
hamakken genoemd, aan zware krammen in de balken of
muren aangebragt, hangen, en wel zóó dat het den daarin
liggenden vrijstaat, om zich onbelemmerd heen en weêr en
alzoo in slaap te wiegen. Van dat wiegen ook houdt men
zeer veel. Daar ziet men zeer zindelijke, fijne matjes op
den grond uitgespreid, die uitnoodigen om er eene ver-
kwikkende rust op te nemen, luchtig zooals zij zijn en de
geheele beweging, van om en omgooijen, volkomen vrij la-
tende. Daór ziet men eindelijk ezels. Verwondert u niet,
lezers, ezels in de slaapvertrekken te vinden, om er op den
zadel gezeten, of uitgestrekt, rust te genieten, ’t Zijn
wel vierpootige ezels, doch niet uil hel dierenrijk, maar uit
het plantenrijk, en zelfs niet eens in de gedaante van ezels.
Och neen! ’t is een vierkant stuk stevig zeildoek, dat op
twee dwarshouten is gespannen, die aan vier schuins
slaande poolen bevestigd zijn, in den vorm van een klap-
stoeltje, maar wat langer en breeder en...”
|
|