1 |
 |
“...heeten, in vergelijking van de weinige
strijdkrachten, welke Curasao haar tegenover kon stellen;
20 oorlogschepen namelijk verlieten in het begin van ge-
noemd jaar de haven van Brest, onder bevel van den Graaf
d’estrées, die echter nog in last had, om eerst naar St. Do-
mingo te stevenen, en daar alle manschappen, die konden
gemist worden, aan boord der schepen te verdeelen, ten
einde eene landing op verscheidene punten te bewerkstelli-
gen. Bovendien hadden zich, als kaperschepen, nog een aan-
tal kleine vaartuigen bij de vloot gevoegd, die te St. Do-
mingo nog vermeerderd werden, daar de eigenaars en de
opvoerenden zich met de hoop op eenen rijken buit vleiden.
In April was de vloot te St. Domingo aangekomen: de
Gouverneur liet 1200 man inschepen, kwam zelf aan boord van...”
|
|
2 |
 |
“...armoede onder een deel der inwoners,
vooral onder afstammelingen van Europeanen, bijzonder van
militairen, zijn elders te zoeken, en zullen wel niet kunnen
weggenomen worden, of het zou mogelijk moeten zijn, dat
dit geheele geslacht uitstierf, dat voor de armenkas al meer
en meer bezwarend wordt, en in wier groote behoefte ook
de onlangs opgerigte Protestantsche Maatschappij van Wel-
dadigheid (eene dergelijke onder de Israëliten bestond reeds
sedert eenige jaren, doch die hebben slechts een 30-tal
armen) slechts voor een zepr klein deel kan voorzien,
wier doel het toch ook vooral is, zich het lot van wee-
zen en weduwen aan te trekken. Het wegloopen van
slaven in den laatsten tijd naar de vaste kust heeft aan
de bezitters groote schade berokkend; men rekent die
wel op f 40,000; en dat daarom de emancipatie, die door
de slavenbevolking met vurig verlangen wordt te gemoet
gezien, ook door de tegenwoordige eigenaars sterk wordt
begeerd, is wel natuurlijk. Door het groot getal inwoners,
die...”
|
|