1 |
|
“...in- als uitwendig te beschrijven, vooral ook,
omdat, indien mijne schets naauwkeurig zal zijn, ik dan
toch zal dienen te melden, dat er huizen zijn, die ze heb-
ben, ten minste één, (twee zou te weelderig wezen, of-
schoon er geen belasting van behoeft betaald te worden), en
huizen die ze niet hebben, welke huizen namelijk dus zelve
tot schoorsteenen dienen, terwijl er niet eens een gat in
het dak is, om den rook door te laten, zooals ik mij wel
eens herinner van de hutten der Indianen en van de stul-
pen der Russen gelezen te hebben.
Wonderlijk is men te moede als men na eene lange zee-
reis, in de verwachting van al wat men zien zal, den eer-
sten blik op de zich van tijd lot lijd vertoonende en al
meer en meer duidelijker wordende huizen van Curasao
werpt. Verblijd is men voorzeker, wanneer het einde van
de zeereis wordt bespeurd, aan de klippen van het dorre
Bonaire, die zich eerst aan het oog voordoen, links, en
-daarna die van het niet minder drooge en dorre Curacao,
regts. Gij ziet...”
|
|