1 |
|
“...70
hij in staat van beschuldiging gesteld, door het hoog militair
Geregtshof, den 21“en Maart 1808 tot de straf van den ko-
gel werd verwezen, doch, op zijn verzoek om gratie van
de straf, door Koning lodewijk remissie er van kreeg en
door den Souvereinen Vorst van Nederland, den 23sten No-
vember 1814 »tot zijnen goeden naam en faam en in den
staat, waarin hij was voor de pronuntiatie van dezelve
(zijne detentie) werd hersteld en gerestitueerd.’' In 1816 is
changüion door Z. M. willem I tot Raad-fiskaal ad interim
bij het toenmalig hof van Justitie in Suriname benoemd,
later tot Secretaris bij dat Hof; hij overleed in 1820 te
Paramaribo, — De kommandant pfeiffer, die ook door ge-
noemd Geregtshof ter dood werd veroordeeld, kreeg insgelijks
gratie, doch werd verbannen.
De Engelschen bleven nu ongestoorde bezitters van het
eiland tot in 1816.
Men ziet het, veel aanmerking zou er omtrent het een
en ander, dat in de geschiedkundige daadzaken voorkomt,
te maken zijn, en ze zijn ook gemaakt...”
|
|