1 |
|
“...September brengt men den voorjaars-
aardappel aan; maar nu weet iedere Hollander, dal die vroege
aardappelen ook dadelijk moeien gegeten worden; op de zee-
reis echter worden ze vijf lot acht weken en langer,
onder de luiken bewaard, waar meestal eene soort van stik-
lucht is, die ook op andere voedingsmiddelen, welke wor-
den aangebragt, maar niet zoo gevoelig zijn als de aardappel,
verderfelijk werkt. Worden later winteraardappelen aange-
bragt, dan beginnen zij al spoedig onder de luiken te sprui-
ten, dat het een aard heeft, en rimpelen zich in elkander.
En nu weet wederom elke Hollander, hoe lekker zulke ge-
rimpelde en spruitende aardappelen zijn ; waarbij nu nog de
warmte van het klimaat komt, waartegen die aardvrucht
volstrekt niet bestand is. Iedereen moge nu aardappelen
eten die wil, of zich verheelden dat hij ze eet; ’t is de
aardappel niet meer, en een balletje fonsje smaakt tien maal
lekkerder, en is vrij wat gezonder dan dat duf geworden
Hollandsch product. — Doch genoeg geloof...”
|
|