1 |
|
“...plantaadjes aan; ,de
ezels, beladen met hout of eetwaren worden aangedreven,
het wordt aan de eene en andere zijde der stad eene alge-
meene markt, waar levensbehoeften uilgeslald of liever op
den grond nedergelegd worden.
Zoo spoedig gaan de winkels niet open (de jenever- of
rhumwinkels uitgezonderd) maar toch om zeven ure gaan
de kooplieden al naar hunne winkels en kantoren en begin-
nen hun voordeel te doen, vooral de Israëlitische. Tegen acht
en negen ure gaan de heeren ambtenaren naar hunne res-
pectieve kantoren in het fort Amsterdam, waar alles in
één punt vereenigd is, en ook thans bijna al de officieren
wonen, en allen beginnen hunne werkzaamheden, die met
hunne Gouvernemenls-belrekking in verband staan, lot des
namiddags drie en vier ure; wanneer ook de kooplieden
hunne winkels en kantoren sluiten en huiswaarts keeren,
om het middagmaal te gebruiken, ’t Spreekt van zelf dal
elk, voor dat hij ’smorgens uitgaat, een kop koffij met een
beschuitje gebruikt, en, indien hel maar eenigzins...”
|
|