1 |
 |
“...stuivers noemt) te geven, dat op een jaar met
eene familie nog al wat oploopt, vooral als men zooals ve-
. jaaLd,? SPaansche zÜde woont en meermalen per dag
in de Willemstad en op Scharloo moet wezen. Men kan
even als op de veeren in Noord-Holland altijd maar met
zijne beurs in de hand staan om fooitjes, hier gedwon-
gen belasting, te geven.
Die pontjes zijn ellendige, vierkante bakken, met dwar-
i e Planken belegd, waarop men zoo langzaam mogelijk de
baai of hel Waaigat over waggelt, omdat de Neger! die
zulk een pontje voort moet stuwen, geen riemen gebruikt
maar achteraan met één’ riem slaat te wrikken. Men zegt
dat dm pontjes zoo baksgewijze gemaakt worden, omdat ze’
al bevatten zij veel vracht en al slaat er hevige wind en’...”
|
|
2 |
 |
“...92
golfslag, niel kunnen omslaan. Ik wil het wel gelooven,
maar zie toch ook dagelijks, dat de loodsbooten, die zooals
iedere fatsoenlijke boot, riemen heeft en een roer, zeer vei-
lig niet alleen het water en wind der baai, maar ook die
der zee trotseren en nimmer omslaan. Er zijn bovendien
ook voorbeelden, dat die lompe dingen, daar de Neger ze
niet tegen den wind kon opkrijgen, naar zee zijn gedreven
en de menschen, die er in waren, zijn omgekomen. Niet lang
geleden was mij bijna hetzelfde gebeurd, daar de Neger
dronken was en den riem niel kon hanteren. Was het een
gewone boot geweest, mijn medepassagier en ik zouden de
riemen hebben opgenomen; nu moesten wij met angst wach-
ten tot dat, even voor dat wij geheel weggedreven waren,
een ander pontje ons op ons geroep te hulp kwam. — Nu
kan men zich verbeelden, hoe prettig men in zulk een pontje
zit, als de zon op hoofd en leden brandt, of de hevige wind
uw'verhitligchaam, vooral des avonds en des nachts, wan-
neer het hier heel koel kan...”
|
|
3 |
 |
“...bijna
geene schakering van kleur zou kunnen uitdenken tusschen
het zwarte en het blanke, welke men thans bij de bevol-
king niet opmerkt. Er zijn daarom ook verschillende bena-
mingen uitgedacht, om den een van den ander te kunnen
onderscheiden. Aan het hoofd van allen staat de blanke. De
blanke inboorling van Curasao wordt gewoonlijk Creool ge-
noemd; dan gebruikt men de namen van: Liplap, Liestische,
Poestische, Caslische, Mestische, Grief, Sambo, Mulat, ter-
wijl de rij der kleuren door den Neger of Zwarte gesloten
wordt, ’t Is zeker te verwonderen, dat van dit zwarte ras,
waarop elk, die er in kleur maar een weinig van ver-
schilt, van de hoogte nederziet, en dus de Creool niet het
minst (als zijn vooroordeel door het juister oordeel omtrent
dat ras, dat de Europeaan hem tracht in te prenten, niet
gewijzigd is of weggenomen); ’l is te verwonderen, zeg ik,...”
|
|
4 |
 |
“...gebruik te maken, ook niet bij lijders
aan borstziekten) ofschoon men hier alles kan te pas bren-
gen en het zeker ook doet, als hel maar eenigzinls voor ge-
bruik is geschikt. Maar toch ferme paardjes zijn hier, waar-
van meestal gebruik wordt gemaakt onder den man (ook
onder de vrouw, want de dames zijn hier ook zeer goede
rijderessen) en die, als het voedsel maar niet al te schraal is,
onvermoeide loopers zijn. Hier is men gezet op pas- of tel-
gangers, die van jong af geleerd worden door een’ neger,
pikeur genaamd, om de beide pooten van ééne zijde tegelijk...”
|
|