Your search within this document for 'len' resulted in 13 matching pages.
1

“...dikwijls lo lat ziet staan en die dus, of onderscheiden kamers er van,’szomers schijnen verhuurd te worden, doch in het najaar en des winters leeg te slaan. De hoofdkerk, met een hoogen stompen toren, is zeer schoon in het midden van de hoofdslraal, de genoemde Wigh- slreel gelegen, op eene hoogte en door een ijzeren hek van den weg afgescheiden. Gaarne zou ik morgen (Zondag) ter kerke gaan, begeerig als ik ben, om in Gods huis hel woord des Evangelies te hooren, en tot den Vader der geesten van al- len vleesch, in den naam van christüs jezüs, mijne gebe- den en dankzeggingen op te zenden, waarvan ik en de mij-...”
2

“...30 den mensch gezet, eenmaal Ie sterven en daarna het oor- deel. De ziel van den man, wiens lijk wij thans de laatste eer aandoen, is reeds voor het oordeel Gods verschenen. Zullen wij beslissen of het oordeel van vrijspraak of van verdoemenis over hem is uitgesproken ? Neen I Christus heeft ons geleerd: oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt! Maar dit willen wij doen, hem aan Gods genade aanbeve- len. Dit willen wij doen, uit zijn sterven leeren, aldus te leven, dat wij eenmaal zonder angst en schrik sterven kun- nen, om met een vrij geweten, door het geloof in Christus jezus voor Zijnen regterstoel te kunnen verschijnen. 0 God, verleen ons die genade, dat als wij sterven, wij gemoedigd den dood tegengaan, gesterkt door Uwe genade ons in Christus geopenbaard! Amen.” Nu las de tweede stuurman uit het Engelsch Prayer-book de gebeden voor, die in de Engelsche eerediensl bij een lijk gebruikelijk zijn, en met het, OnzeVader, besloten worden. Nu werd het lijk door de matrozen weder...”
3

“...48 len voorzien, over welke tot bevelhebber werd aangesteld Pierre le grand; de geheele expeditie stond onder bestuur van jan van walbeek, die, bij de evenluëele verovering als Gouverneur zou optreden. Den 4den Mei 1635 stak dit smaldeel in zee, bereikte den 16den Junij Bonaire, en zou den volgenden dag de St. Annabaai op Curasao binnen geloopen zijn, indien de stroom, waar- mede de schepelingen in deze wateren onbekend waren (de stroom namelijk loopt bijna het geheele jaar sterk van hel Oosten naar het Westen; Bonaire ligt ten Oosten van Cu- rasao), de schepen niet voorbij de haven had gevoerd, zoo- dat men genoodzaakt was, om de noord tot St. Domingo te zeilen en alzoo weder boven Curasao le komen. De tweede keer meer bedachtzaam, zeilde het smaldeel den 29sten Julij de haven binnen; manschappen werden ontscheept, en eerst onderhandeld wegens de overgaaf met den toenmaligen Gou- verneur don alonzo Lopez de morla , die zijne residentie had in een dorpje aan het Schotlegat; Sanla Anna genaamd...”
4

“...heden allen in den hemel ontbijten,” en hem toen naar de kruidkamer zien loopen; hij had slechts even tijd om den scheepsschrijver, die zich digt bij hem bevond, te waarschuwen, en was met dezen door een der geschuts- poorten in het water gesprongen. De manschappen zaten juist te schaften, waaraan men het moet toeschrijven, dat niet één hunner werd gered; de kapitein werd gekapt om bij den Gouverneur zijne opwachting te maken. Onderschei- den negers en negerinnen met koopwaren en levensmidde- len, die aan boord waren of in de nabijheid van het fregat op pontjes, vonden ook den dood in het water. Geweldig werden de schepen, die in de nabijheid lagen, geteisterd. Een Engelsche kaper zonk plotseling naar den grond, an-...”
5

“...belang over te halen, doch deze zich niet latende vinden en de geheele onderneming, zooveel hij kon, dwars- boomende (veel echter vermogt hij niet, want Curacao was toen ook reeds met Frankrijk verbroederd, even als het Moederland I), maakten zij met zekeren Franschman, welke hier woonde, en anderen, wien het eigenbelang boven het algemeen belang ging, eene zamenzwering, niets minder ten doel hebbende, dan om den Gouverneur gevangen te nemen, hem zoowel als andere ingezetenen ter dood te veroordee- len of te verbannen, alle koopwaren en bezittingen in be- slag te nemen en den Joden onder bedreiging van hetzelfde lot te zullen ondergaan, hun geld afhandig te maken. Ge- lukkig werd de geheele aanleg den avond te voren ontdekt, in den volgenden vroegen morgen devenadx en sarpostas gevangen genomen en op een vaartuig naar St. Domingo over- gebragt; de Fransche zamenzweerder, fierce geheeten, van het eiland verbannen en alzoo de rust door welberaamde en spoedig ten uitvoer gelegde maatregelen terstond...”
6

“...te eten, en te vergeefs zal men de malschheid en vetheid zoeken, welke men in Holland zoo zeer op prijs stelt, ’t Is anders een aangenaam, treffend gezigt, dat ons de aartsvaderlijke lijden voor den geest brengt, zooals ze ons in den Bijbel worden beschreven, als daar het vee des morgens uit de omheiningen gelaten, waarin het ’s nachts was opgesloten, door den herder of herders- knaap naar de waterputten geleid wordt, om gedrenkt te wor- den, en men dan schapen en geiten ziet huppelen en spe- len, en het rund met deftigen, afgemeten tred, nadat de eersten vertrokken zijn om weiden op te zoeken, naar de waterput heenkomt, om op zijne beurt zich te verkwikken. Maar dat genoegen, dat men dien dag nog eens of twee- maal genieten kan, is ook al een van de grootste genoegens welke men op de plantaadjes heeft. Daar de hitte namelijk, die overdag heerscht, alle sterke beweging belet. Men mag dan eens naar het hofje wandelen, om wat schaduw te ge- nieten ; maar ook zelfs onder die schaduw, als de...”
7

“...einde niet onverwachts een’ val te doen, die u misschien vrij slecht zou te slaan komen. Op sommige plaatsen in de grot slaat in eenige holligheden frisch water, dat of door de rotsen doorzijpelt of van boven van den druipsteen nedervalt. Dat onder dit verwulf de groote vergaderbak van water is gelegen, waardoor dat wel- lend water, waarvan ik gesproken heb, wordt aangebragl, is waarschijnlijk; doch de rotsen zijn hier zoo hóóg en uit- gebreid, dat misschien ook door onder de rotsen gelegene kana- len van den eenen vergaderbak het water naar den anderen wordt gevoerd, terwijl de oorspronkelijke opening, die het wa- ter door laat, naauw zal wezen, omdat andërs al het water1 zich in eens zou uitstorten. Geen levend dier schijnt zich in deze spelonk óp te houden, maar alleen de vledermuis er gedurende den dag eene toevlugt tè zoeken; zoodat als* men haar des avonds bezoekt, ook die tijdelijke be\Vonórs verdwenen zijn, om zich voedsel op te zamelen. De natuur buiten de planlaadjes levert niet veel...”
8

“...een groole tamheid worden gebragt, zoodat zij, even als de papagaai (doch die is hier niet inlandsch) met den hond en de kat als huisdieren kunnen be- schouwd worden. Dal laatste dier, dat hier bij uitstek ma- ger, en daardoor zeer leelijk is (de honden zijn over het al- gemeen ook zeer mager, maar kunnen zeer legen de warmte en weten van geen dolheid) is even als in Holland allernut- tigst om de vermenigvuldiging van muizen en ratten, die tous comme chez nous zijn, te voorkomen; uitroeijen zul- len zij ze zeker wel niet. En dat zou waarschijnlijk ook niet heel nuttig wezen, daar die bedeesde dieren, naar wier...”
9

“...modder kruipen; doch van die visch- soort zal men hier geen vetten mond krijgen, want men vindt ze op Curasao, dat is in zijne wateren, niet. Op al die vischsoorlen maken ook meeuwen (onder welke de graauw- achlige Boebi in grootte uitmunt) en eenden jagt, die daar- om niet verkieslijk zijn om te eten, wegens de traanachtig- heid van hun vleesch; om welke reden hunne eijeren ook niet van de lekkersten zijn. Schildpad-eijeren biedt men ook soms te koop aan, waarin velen veel smaak hebben. Garna- len zijn hier groot en zeer aangenaam van smaak, hetgeen...”
10

“...en feestdagen, ook als er een lid van de Koninklijke familie verjaart, de vlag van het Rif-fort en van het fort Nassau; dan kan men rekenen begint voor Curasao de dag. Men lelt dan door, of telt niet, tot den middag of 12 ure, als van hel fort Nas- sau, naar tijdsberekening op een der oorlogschepen, die in de haven liggen, en anders hij gissing, hel middagschot valt, wanneer elk op zijn horologie ziet (die er namelijk een heeft) of het gelijk gaat en het gelijk zet; en dan we- der tot ’s avonds len 8 ure, als liet avond- of nachtschot valt, dezelfde manoeuvre met de horlogiën wordt herhaald en de taptoe slaat en blaast even als in Holland op plaatsen, waar garnizoen ligt. Klokke half zes is dus, de gewone tijd van opstaan. Hoe- wel ik niet ontkennen wil dat eenigen reeds vroeger de hangmat zijn uilgegaan, zich van den grond opgeraapt (want het grootste gedeelte der bevolking slaapt op den grond; en dat wel zonder eenige onaangenaamheid te gevoelen; wat vermag de gewoonte niet!) zich van den...”
11

“...gras neemt de een of ander een stuk brood of een be- schuitje, en gaat zoo met een niet bezwaarde maag naar bed. Doch te veel en te krachtige spijs hier te gebruiken, zou stellig zeer nadeelig voor de gezondheid zijn. De vrouwelijke sekse is dan tot aan het ontbijt zoo wat in de weer geweest. Misschien is er des morgens vroeg, vooral als men buiten is, eene kleine wandeling gemaakt, men heeft de altijddurende piano weder bespeeld, een klein handwerkje welligt bij de hand genomen; of wat dribbe- len, of wat praten, maar aan alles is een einde, want is eens hel ontbijt achter den rug, dan is bet al lijd of wordt het ten minste tijd, om een weinig, dat heet tot drie ure ten minste, te rusten en het voor den oosterling, maar ook voor den westerling zoo aangenaam middagslaapje te houden. Weinige uitzonderingen vindt men maar van zulke, die haren lijd liever nuttig willen besteden, hetzij door te werken, wat hare hand vindt om te doen, hetzij door haren geest met pennenvruchten van godsdiensligen...”
12

“... omdat de meeste kleurlingen en slaven er toe behoorcn, heeft thans onderscheiden kerkgebouwen en godsdienstige inriglingen, waaruit men de ernstige po- gingen zien kan, welke in het werk worden gesteld, om godsdienstige kennis en beschaving ook onder die leden onzer maatschappij te bevorderen; en hetgeen bij de eventuele en nu ook zoo gehoopte emancipatie niet kan nalaten goede vruchten te dragen. Wat zou de vrijgemaakte slaaf toch zijn zonder godsdienst? Kan en moet deze niet een der midde- len, zoo niet hel hoofd- of eenig middel zijn, om hem te leeren, zijne driften te beteugelen, naarstig te arbeiden, zich vrijwillig naar de bestaande wellen te schikken? Heeft de slaaf nu eerbied voor de godsdienst en het godsdienstige, onder welken vorm dan ook hem voor oogen gehouden en ingeplant, dan zal hij zich ook tot orde en maatschappelijke deugd willen laten leiden, door hen, wien hij zijn vertrou- wen als zijne zielezorgers schenkt. Dat doel ook te bevor- deren, met den vrede voor allen,...”
13

“...nieuwe dagteekening staan, ik meen 12 November. — Bl. 27 op genen moet deze en niet anderen slaan. — Bl. 55 moet bij den nieuwen regel een nieuwe dagteekening zijn; mis- schien 4 December. — Bl. 42 moet achter de woorden: de loodsboot — opdagen, ingevoegd worden: doch wei- gerde om ons binnen Ie loodsen. — Bl. 48, moet 415, in plaats van 1415 gelezen worden. — Bl. 54 leze men twee- maal: pesos in plaats van petas. — Bl. 55 Scharlo in plaats van Scheello. — Bl. 59 moet onze vóór kleurlingen wegval- len. *— De naam, bl. 61 en 62 Sarposlas, moet zijn: Sas- portas, en Leuffer, Lauffer, zoo als later goed slaat; Fierce moet zijn: Tierce. — Bl. 64 Pelil, Pitot. Dit heb ik, met voorbijgaan van eenige drukfouten, die ik hoop dat de goedgunstige lezer ook zal voorbijgaan, op- geteekend. Als ik nog andere bladen druks onder het oog krijg vóór de uitgaaf, hoop ik daarmede voort te gaan. Anders----- is er geen verandering mogelijk. Denk, lezer, dat ik meer dan anderhalf duizend mijl van mijn werk af ben...”