Your search within this document for 'laken' OR 'di' OR 'ariba' resulted in six matching pages.

You can restrict your results by searching for laken AND di AND ariba.
1

“...126 heeft den tweeden naamval van den eersten onderscheiden door er di voor te zetten, en vóór den derden na, en het woord nan als teeken van het meervoud te nemen, maar aan veranderingen op het eind is niet te denken, even zoo min als aan het onderscheid tusschen het enkel- en meer- voud. Voorbeeld: man: homber, di homber, na homber, bom- ber; meervoud: mannen: homber nan, di homber nan, na hombar nan, homber nan. Gelukkig zijn er lidwoorden, het bepaalde voor beide geslachten, alsook het onbepaalde, daar de taal het onzijdige mist. De is e en een is oen; dus ver- bogen; e homber, di e homber, na (en dat met zamentrek- king) ne homber, e homber; en zoo ook weder in het meer- voud: e homber nan, di e homber nan, ne homber nan. Met het onbepaald lidwoord hetzelfde: oen homber, di oen hom- ber, na oen homber, oen homber, meervoud: homber nan, di homber nan, na homber nan, homber nan. De bij voegelijke naamwoorden worden bij de zelfstandige zonder eenige ver- andering gevoegd; zooals ik meen...”
2

“...liever van het Nederduilsch, in Papiëmentsch opgesleld, om de kleurlingen en slaven Hollandsch te leeren, en eene kleine verzameling van zamenspraken, met hetzelfde doel, beide door Roomsche geestelijken, ten gebruike der school, op- gesteld. Doch hier moet ik toch melding maken van eene eenvoudig opgeslelde: hisloira kostikoe nan foor di Bijbel, dat is. korte geschiedenissen uit den Bijbel, ook ten gebruik van Roomschgezinden, in 18S2 op Santa Roza (eene Room- sche statie met een kerk op dit eiland, waar in datjaarnog eene drukkerij was) gedrukt; maar vooral, van het: Ewan- helie di San Matheo, poeblikado abau di direksjon di Domini c. conradi, Minister di St. Ewanhelie, dat is: Evangelie van St. Malt heus, uitgegeven onder opzigt van Ds. c. conradi; Pre- dikant, in 1844 hij a. l. s. muller en j. f. neuman wz., al- hier, in de Willemstad, (welke drukkerij nog beslaat en, waar ook de Cura?aosche courant wordt uitgegeven, doch van geen grooten omvang is en niet anders dan zeer duur kan werken)...”
3

“...jaarlijksche toelage van hel Gouvernement ontvangt. Tol proeve van de taal voegen wij hier bij: hel gebed des Heeren en de 12 Geloofsartikelen. Gebed des Heeren. Noos téla, koe ta na ciëloel koe bo nomber la sankliBkado! Koe, bo reina bini! koe bo voloen- lad la koempli ariba léra asina koe na ciëloel Doena noos awee pam di kada dia. Poordóna noos noos debé, asina koe noos ta poordóna nan debé na noos debedoor nan. I no poné noos deen leen lósjoon; ma librd noos di móloe. Pasóba di bo ta reina, i podeer, i glória pa sieemper. Amen! De 12 Geloofsartikelen: i Mi la keré na Dioos, e lata todopoderóso, kriadoor di ciëloe iditéra. 2. I na Hezoes kristoe, soe oen Joe so, noos Senioor. 3. Koe la konsibi di Spiritoe Santoe, i a nasé di bierga Maria....”
4

“...131 4. Koe la, soefri aban di Ponlius Pilatus, tébala kroe- silika, a moeri, i tabala dera, i koe a bah4 deen ioegaar nan die fiërnoe. 5. Koe di trees dia a lamanla fo di raoorlo. 6. Koe a soebi na ciëloe, a sienta na man dreetji di Dioos, lala (odo poderóso. 7. Di oenda lo baba pa hoesgé beende biboe, i moorlo nan. 8. Mi la keré na Spiriloe Santoe. 9. Mi la keré, koe tien oen kesti santoe di Kristoe, koe ta deen toer moendoe; marameenloe di santoe nan. 10. Mi ta keré na pórdon di pikar. 11. Na lamantemeenloe fo die moorto. 12. Na bida pa eternidad. ZEDEN EN GEWOONTEN. Onder deze rubriek kan ik al heel wat mededeelen, en het gemakkelijkste er van is, dat ik mij aan geen orde heb te binden. Maar daarom lever ik ook schetsen. Ik hoop toch eene zekere orde in het oog te houden en niet van den hak op den lak Ie springen, en begin met den morgen en hoop met den avond te eindigen. Zooals in alles hier eene zekere eenzelvigheid, eenloonigheid heerschl, waardoor hel op Curasao niet zoo bijzonder...”
5

“...kostelijk en kostbaar maho- nyhout, zoo de familie er maar eenigzins bij kan om die te betalen (anders zijn de kisten , wier deksel ovaal is, zwart, met koperen, stalen of linnen handvalsels of hengsels, en op den deksel, met koperen spijkertjes de naam van den overledene met de dagteekening van zijn geboorte en ster- ven; dit geschiedt ook bij de mahonyhoulen kist), maar dat het lijk zoo, ja ik moet het zeggen, bijna bespotte- lijk uitgedoscht wordt. In plaats van het in een voegzaam doodkleed of laken te wikkelen, en zóó, zonder onvoegzame wasschingen of reinigingen, hel in de kist te leggen, wordt het mannelijk lijk in zijne beste kleederen, met schoenen en handschoenen, en das en boordjes aangekleed, en het vrouwelijk ligt met hare schoonste japon versierd, ook met schoenen enz. en muts en linten en strikken en bloemen, zoodat het wel schijnt, niet dat het lijk naar de groeve der vertering zal worden gedragen, maar dat de doode zóó zal opstaan, om dans- of muziekpartij bij te wonen, ’t Is...”
6

“...ongeluk had van mijne dierbare echtgenoot, aan de gele koorts, te verliezen, (welke koorts hier onder vreemdelingen, vooral onder de bemanning van de oorlogschepen en onder pas aangekomen soldaten, telkens vele slagloffers maakt), was ik niet gezind om die gewoonte na te volgen, maar het lijk op eene eerzame wijs te kisten en ten grave te geleiden. Van het dusgenaamd afleggen, aankleeden en parade leggen kwam dus niets; maar nadat de zeer eenvoudige doodkist was aangebragt, liet ik het lijk, in een laken gewikkeld, er in leggen, en dadelijk de kist sluiten, ook om de schadelijke uitwaseming te beletten. Op mijn verzoek droegen een twaalftal mijner vrienden, ge- huwden of weduwenaars, hel lijk ten grave. Geen misbaar of gehuil werd er gehoord, toen het lijk bel huis werd uit- gedragen, zooals anders tot mijne groote ergernis meestal plaats heeft, veroorzaakt door kleurlingen en slavinnen, welke soms wel daarvoor worden gehuurd en natuurlijk niets gevoelen, maar slechts eene gewoonte volgen; want...”