Your search within this document for 'laken' resulted in two matching pages.
1

“...kostelijk en kostbaar maho- nyhout, zoo de familie er maar eenigzins bij kan om die te betalen (anders zijn de kisten , wier deksel ovaal is, zwart, met koperen, stalen of linnen handvalsels of hengsels, en op den deksel, met koperen spijkertjes de naam van den overledene met de dagteekening van zijn geboorte en ster- ven; dit geschiedt ook bij de mahonyhoulen kist), maar dat het lijk zoo, ja ik moet het zeggen, bijna bespotte- lijk uitgedoscht wordt. In plaats van het in een voegzaam doodkleed of laken te wikkelen, en zóó, zonder onvoegzame wasschingen of reinigingen, hel in de kist te leggen, wordt het mannelijk lijk in zijne beste kleederen, met schoenen en handschoenen, en das en boordjes aangekleed, en het vrouwelijk ligt met hare schoonste japon versierd, ook met schoenen enz. en muts en linten en strikken en bloemen, zoodat het wel schijnt, niet dat het lijk naar de groeve der vertering zal worden gedragen, maar dat de doode zóó zal opstaan, om dans- of muziekpartij bij te wonen, ’t Is...”
2

“...ongeluk had van mijne dierbare echtgenoot, aan de gele koorts, te verliezen, (welke koorts hier onder vreemdelingen, vooral onder de bemanning van de oorlogschepen en onder pas aangekomen soldaten, telkens vele slagloffers maakt), was ik niet gezind om die gewoonte na te volgen, maar het lijk op eene eerzame wijs te kisten en ten grave te geleiden. Van het dusgenaamd afleggen, aankleeden en parade leggen kwam dus niets; maar nadat de zeer eenvoudige doodkist was aangebragt, liet ik het lijk, in een laken gewikkeld, er in leggen, en dadelijk de kist sluiten, ook om de schadelijke uitwaseming te beletten. Op mijn verzoek droegen een twaalftal mijner vrienden, ge- huwden of weduwenaars, hel lijk ten grave. Geen misbaar of gehuil werd er gehoord, toen het lijk bel huis werd uit- gedragen, zooals anders tot mijne groote ergernis meestal plaats heeft, veroorzaakt door kleurlingen en slavinnen, welke soms wel daarvoor worden gehuurd en natuurlijk niets gevoelen, maar slechts eene gewoonte volgen; want...”