Your search within this document for 'dia' resulted in three matching pages.
1

“...niet de beste soort der bevolking worden. Het varen is dan veelal het eenig uitzigt van de jongens; het hoed- jesmaken van de meisjes, zoo zij niet of door slecht- heid der moeders en daardoor verwaarloosde opvoeding of door luiheid gedreven, een ander ambacht kiezen, dat, zooals ik hoor, nog al gekozen wordt. De meeste weezen, door de Diakonie te ondersteunen (onderhouden is eene on- mogelijkheid; ook beslaat er geen weeshuis) zijn soldaten- kinderen; hoewel de kerkeraad (want Ouderlingen en Dia- kenen beiden maken het armbestuur uit) zeer wijsselijk be- sloten heeft, om de nagelaten kinderen van wie ook, die geen huwelijk had aangegaan, niet als weezen te beschou- wen, hen dus niet te bedeelen en aldus, zooveel mogeliik, het kwaad te stuiten. Zal ik bijzonderheden opgeven van het karakter der in- boorlingen, of liever der bevolking? Maar elk die weet, dat de bevolking eene zamenhooping is van allerlei soort van Europeërs en niet-Europeërs, terwijl ook de Israëlie- ten, en deze weder uit...”
2

“...school; en voor het onderwijs der slaven is er sedert eenige jaren in de Wesl-divisie eene school opgerigt, die onder toezigt staal der Roomsche geeste- lijkheid en eene jaarlijksche toelage van hel Gouvernement ontvangt. Tol proeve van de taal voegen wij hier bij: hel gebed des Heeren en de 12 Geloofsartikelen. Gebed des Heeren. Noos téla, koe ta na ciëloel koe bo nomber la sankliBkado! Koe, bo reina bini! koe bo voloen- lad la koempli ariba léra asina koe na ciëloel Doena noos awee pam di kada dia. Poordóna noos noos debé, asina koe noos ta poordóna nan debé na noos debedoor nan. I no poné noos deen leen lósjoon; ma librd noos di móloe. Pasóba di bo ta reina, i podeer, i glória pa sieemper. Amen! De 12 Geloofsartikelen: i Mi la keré na Dioos, e lata todopoderóso, kriadoor di ciëloe iditéra. 2. I na Hezoes kristoe, soe oen Joe so, noos Senioor. 3. Koe la konsibi di Spiritoe Santoe, i a nasé di bierga Maria....”
3

“...131 4. Koe la, soefri aban di Ponlius Pilatus, tébala kroe- silika, a moeri, i tabala dera, i koe a bah4 deen ioegaar nan die fiërnoe. 5. Koe di trees dia a lamanla fo di raoorlo. 6. Koe a soebi na ciëloe, a sienta na man dreetji di Dioos, lala (odo poderóso. 7. Di oenda lo baba pa hoesgé beende biboe, i moorlo nan. 8. Mi la keré na Spiriloe Santoe. 9. Mi la keré, koe tien oen kesti santoe di Kristoe, koe ta deen toer moendoe; marameenloe di santoe nan. 10. Mi ta keré na pórdon di pikar. 11. Na lamantemeenloe fo die moorto. 12. Na bida pa eternidad. ZEDEN EN GEWOONTEN. Onder deze rubriek kan ik al heel wat mededeelen, en het gemakkelijkste er van is, dat ik mij aan geen orde heb te binden. Maar daarom lever ik ook schetsen. Ik hoop toch eene zekere orde in het oog te houden en niet van den hak op den lak Ie springen, en begin met den morgen en hoop met den avond te eindigen. Zooals in alles hier eene zekere eenzelvigheid, eenloonigheid heerschl, waardoor hel op Curasao niet zoo bijzonder...”