Your search within this document for 'beslag' resulted in two matching pages.
1

“...het Oos- ten staat de zeer nette predikstoel binnen eene ledige ruimte, het hekje, aan welks beide zijden de banken voor den ker- keraad zijn, drie ouderlingen en vijf diakenen, die levens- lang in functie blijven, daarachter de mannenbanken. Bin- nen dat hekje wordt de plegtigheid van den Heiligen Doop bediend, waartoe een zilveren doopbekken op een’ standaard wordt gebruikt. Ook de bekers, schotels en schalen ten ge- bruike bij het Heilig Avondmaal zijn van zilver, als ook de sloten en het beslag van den Bijbel op den predikstoel, ge- schenken van onderscheiden leden der gemeente, nu reeds lang ten grave; van dat metaal en tevens ook een geschenk zijn de letters en cijfers, waarmede op de vier borden de gezangen worden uitgedrukt, welke de leeraar opgeeft. Te- gen het Noorden is een vrij goed orgel geplaatst, dat een sie- raad der kerk is, en vooruitspringende op twee houten pi- laren rust; het is, als het niet bespeeld wordt, met groene nederhangende gordijnen voor de stof bedekt. Daar...”
2

“...mag hen niet verbinden; want zij zijn immers geen zelfstandig handelende wezens, maar een eigendom, eene zaak, zooals b. v. een rund, een plank! En daarom zijn de kinderen die zij voortbrengen, ook hunne kinderen niet, maar het eigendom des meesters, die er ook wederom mede doen kan wat hij wil! — Is het zonder re- den, alle andere zaken ter zijde gelaten, dat de Christen (de beste philanlhroop) zoo sterk op de emancipatie aandringt, en niet eer rusten zal, voor dat die overal in de wereld haar beslag heeft verkregen. — De Roomsche Geestelijkheid op Curasao verrigt echter bij de slaven, die dit verkiezen, eene zekere soort van huwelijksplegtigheid; en dan worden de aldus vereenigden gehuwden geheeten, doch burgerlijk niet als zoodanig beschouwd. Over het geoorloofde van hel al of niet verrigten dier plegtigheid door een bedienaar der godsdienst, waar het burgerlijk huwelijk niet is voorafge- gaan, zou nog wel iels te zeggen zijn. Die kleurling-bevolking nu, vooral de zwarten, zijn op Curasao...”