1 |
 |
“...zweert de President te zorgen voor de godsdienstige toestand in Santo-Domingo. Een zelfde brief ging er ook naar de Ge-neraal-Bevrijder Santana.
De volgende dag schrijft Mgr. Niewindt aan de clerge over de dood van Caspar Hernandez. Een brief van de Priester Nez uit Santo-Domingo, kwam te laat, want hij was reeds stervende. Op 22 juli 1858 schrijft de Kardinaal van de propaganda over Caspar Hernandez: een man rein van zeden en zeer ontwikkeld. Na de capitulatie van 17 juni wilde hij de intocht van de troepen van Generaal Santana niet meemaken. Slechte behandeling zou hij niet meer hebben kunnen verduren en hij wist dat Santana een persoonlijke vijand van hem was. Hij toch had hem verbannen in 1853. Hij moest zich ook in dokters handen stellen en er was daar geen goede dokter. Toen hij stervende was, kwam er een brief van generaal Santana, waarvan ik de inhoud niet heb durven meedelen. De generaal wil het nu volgens de kranten laten voorkomen alsof Hernandez voor zijn plezier vertrokken...”
|
|