1 |
 |
“...berispt, hij leefde zelfs in concubinaat. Toen de concubine stierf volgden de schoolkinderen het lijk.
Enige leden van de schoolcommissie beklaagden zich hierover. De gouverneur bekende toen dat een dergelijke toestand niet door kon duren, maar toch blijft die onderwijzer in zijn post gehandhaafd, en hij leeft weer in concubinaat.
Mgr. had graag in zijn plaats de onderwijzer Swiep, die op de school van meester Huycke staat, benoemd gezien, doch op dat voorstel is geen antwoord binnengekomen.
Enfin, het is een verdrietige brief van de bisschop voor de tweede kamer, doch het moest wel tot in detail, en met naam en toenaam de feiten verhalen, opdat men met argumenten kon spreken. De wijsheid van de heer Luyben werd natuurlijk verondersteld om te weten hoe en in welke bewoordingen, hij dit zo maar publiek zou zeggen.
De brief kon natuurlijk niet zo in de kamer worden voorgelezen, en dat was ook niet de bedoeling van de bisschop, die slechts de verkeerde mentaliteit bij het zittende gouvernement...”
|
|
2 |
 |
“...natuurlijk in de wet komt dat scholen moeten worden opgericht, hij vraagt dus om hulp.
Hij meent dat er nu reeds plannen bestaan bij het bestuur om kinderen tot een zekere leeftijd, vrij of niet vrij, te verplichten tot schoolonderwijs.
Hij wijst op de billijkheid van katholiek onderwijs voor de katholieke bevolking. Het verzoek voor Pietermaai werd toegestaan, doch onder de gewone voorwaarden ,,het onderwijs zou niet vermengd mogen worden met het leerstellinge van bepaalde kerkgenootschappen.
Enfin, de gouverneur was rond Kerstmis op de verschillende scholen geweest en was maar wat tevreden over het onderwijs van Mgr. Niewindt, zo ook de gezaghebbers van Aruba en Bonaire.
Pietermaai had sinds 1851 een katholieke bewaarschool, doch nu kon er anno 1857 ook een lagere school komen, als nog alln voor meisjes. De soeurs van Rozendaal kwamen er les geven tot 1931, toen haar werk werd overgenomen door de zusters van Schijndel.
Mgr. wilde heel het volk onderwijs geven, doch nu, 1857, zijn er 1499...”
|
|