|
|
Your search within this document for 'un,beter' resulted in seven matching pages.
|
1 |
 |
“...was het
de gewoonte, omstreeks kaap Orange de kust van Guyana
in het zigt Ie loopen (dat is ongeveer op 51 15' bewes-
ten Greenwich), om vervolgens, westwaarts langs die kust
henen zeilende, naar de rivier Suriname, enz. af te hou-
den, Men deed zulks ten einde niet door de aanhoudend
westwaarts aanloopende, soms nog al sterke strooraen,
beneden de verlangde haven te geraken en integendeel
zeker te zijn, dat men zich nog boven dezelve bevond:
tevens om zich beter aan het land te kunnen verkennen,
hetgeen zoo ver oostwaarts op veel beter kan geschieden,
dan bewesten de rivier Marowyne. Intusschen, z doende
moest men ook de Constapels eilanden op de kust van
Fransch Guyana voorbij zeilen, welke het geen zaak is
des nachts nabij te komen, omdat in derzelver omstreken
reeven en ook blinde klippen gelegen zgn. Bewesten de
rivier Marowyne daarentegen, bevinden zich volstrekt
geene gevaren in het vaarwater.
Daarom, en vermits tegenwoordig toch verreweg de
meeste schepen van tijdmeters voorzien of...”
|
|
2 |
 |
“...leagues (7| duilsche mijlen)
westelijker dan de Coppename, de Corantyn zich in zee
ontlast. Dit is blijkbaar eene grove vergissing, want de
afstand der oosthoeken van de Suriname en Coppename,
is nabij 11 duilsche mijlen, liggende Braamspunt op
5 56' 20" noorder breedte en 55 12' 48" lengte bewes-
ten Greenwich en de oosthoek van de Coppename, op
5 49' 45" en 55 53' 54" bewesten Greenwich (1); terwijl
de Coppename en de oosthoek der Corantyn minstens
15 duilsche mijlen uil een liggenhetgeen dan ook beter
overeenkomt met de dertig leagues (22| duitsche mijlen),
welke PURDY, in het reeds opgenoemde deel van zijnen
(1) Deze lengte en breedte is het gemiddelde der waarneming van
de Heeren stort en tan der hart, (zie de tafel van geographischo
'es'ns)-
Rb 2...”
|
|
3 |
 |
“...388
Ais men, by dit eiland gekomen, niet vcriekerd is er
bo'ven Ie zullen kunnen liggen, dan zal men beter doen
er beneden henen te houden dan te pogen door laveren
er boven te blyven want de oost en loefzijde is omzoomd
van reven en klippen, en aldaar is er gevvoonlijk zware
deining. De west- of lijkant daarentegen, is voor een
groot gedeelte schoon, men heeft er eene elfen zee, en
over dag dikwijls eene frissche en bramzeils koelte, die
soms nog als oostelijk wil wezen. Men kan dus daar digt
onder den wal langs zeilen, verliest niet door den stroom,
en heeft.geen zorg voor brandingen aan ly: terwijl men
daarom toch het doel, om eenen noordelijken doortogt naar
de Caraihische zee. te vinden weinig minder goed be-
reiken zal.
Men kan de Caraihische zee veilig in zeilen bezuiden
om Toha^o f Grenada^ f^incent y St* Lucia y Dlai-
tiniquey Dominica, Maria Galante of Antigua, Al
deze straten zijn schoon, met uitzondering van eene bank
bezuiden Tohago (!) Benoorden Antigua is zulks
echter niets...”
|
|
4 |
 |
“...Christoffel (gewoonlijk Sl, Kitts genaamd) gerust
doorloopen om de N.W., alleenlijk zij men indachtig, dat
zich van de noordpunt van Nevis een rif 1^ a 2 mijlen
ver N. N. 0. waarts uilslrekl, hetwelk men zorgvuldig mij-
den moet. Begon, op deze hoogte gekomen, de wind
zoo te schralen, dat men wel zou willen de Kraal in-
loopen, dan is het toch geene zaak dit te doen tusschen
Nevis en St. Kitts door: want dit is een zeer onzuiver
vaarwater, gelijk men bij de beschrijving dier eilanden
zien kan. Beter zal men dan doen eenen slag te ma-
ken te meer, dewijl de noordwestelijke strekking van
St. Kilts toch spoedig genoeg gelegenheid zal geven,
om wederom ruim weg te zeilen. Doch verkiest men,
bezuiden Antigua zijnde, de Kraal in te loopen, dan
kan men zulks doen, onverschillig benoorden of bezuiden
Rodondo henen, alzoo het rondom dat eiland overal
schoon is. Vervolgens kan men, onder de lij van St.
Kitts henen, noordwaarts naar St. Martin zeilen, of
naar St. Eustatius houden.
Van St. Martin naar...”
|
|
5 |
 |
“...395
Guadeloupe door, den Atlantigchen oceaan in, en dan om
de zuidoost te loopen. Doch vindt men den passaat wat
zuidelijk, dan doet men beter benoorden Barbuda henen
te zeilen, en dan zuidwaarts op te gaan, tot dat men zich
in het gebied der aanloodingen bevindt; want om op
hooge breedte oostwaarts op te werken, is meestentijds
onvoordeeliger dan het opwerken meer onder de kust.
De zuidelijke stralen van den rei der bovenwinds eilan-
den, zijn volstrekt niet aan te raden tot het inloopen van
den Atlantischen oceaan, omdat in dezen, de westwaarts
loopende stroom altijd het sterkste, zelden minder dan van
ne mijl, en zeer ongeregeld in rigling is.
Als men met zware vaartuigen of schepen van Aruba
naar Curasao zal opwerken, dan kieze men het vaarwa-
ter benoorden het eerstgezegde eiland boven dat, er be-
zuiden, omdat men daar gemeenlijk, hoewel meer zee,
echter minder stroom zal aanlreffen dan aan den zuidkant.
Ook kan men hier wel eens den eenen dag harden west-
waarts en den anderen dag...”
|
|
6 |
 |
“...Punta Santa de la Laguna
(van welke een steen rif uitsleekt) aan en ankere met den
vlaggenstok van het gouvernementshuis in het N. O. op
30 tot 25 vademen (51-42| ellen) zandgrond, alwaar
men altijd zeer effen water heeft.
Het kanaal, waarvan zoo even hel inkomen beschreven
is, is, tusschen het rif en de steile bank daar tegen over,
te naauw om het met een eenigzins groot vaartuig te kun-
nen uitlaveren, en nademaal het uitgaan maar zeldzaam
bezeild zal wezen, zoo is het, voor zulke schepen, beter
op de Elisaheths reede te ankeren. Deze reede is eene
inbogting in het rif benoorden de zandpunt van het
eilandje A. Daar kan men in 24 tot 20 vademen
(41-34 ellen) zandgrond, veilig en in effen water liggen.
Het eiland Aruba is niet geschikt om zich van versch
drinkwater te voorzien.
CURACAO.
A
Het eiland Curacao heeft een allezins bar en rotsachtig
aanzien. Het is ongeveer mijl lang en op het smalste
gedeelte (dat is omstreeks het midden) slechts eene ยง mijl
breed. Deszelfs hoogte is middelmatig...”
|
|
7 |
 |
“...ruimte, en eene vei-
lige luchtige en gezonde legplaats op voor eene geheele
vloot, met eene die[)te van, midden s vaarw'aters, 10
en 11, en naar de wallen toe tot 6 vademen afnemende
(170, 187 en 102 palmen). Deze ruimte wordt oost- en
westwaarts bepaald door reven, welke slechts naauwe,
ofschoon genoegzaam diepe kanalen ouderling open laten.
Het drinkwater bekomt men te Curaqao, uit bepaalde-
lijk daartoe vervaardigde putten, meestal tegen f 0,70 per
500 ned. kannen; doch het regenwater, hetwelk beter is,
gewoonlijk tegen het dubbele van dien prijs of nog duur-
der; al naar male het er in langeren of korter tijd niet
geregend heeft. Regen is iets waarnaar men somwijlen
gedurende maanden lang vruchteloos reikhalzend uilziet,
niettegenstaande er intusschen menige zwarte wolk over
het eiland naar de vaste kust van Amerika is henen
gedreven....”
|
|
|